Page 49 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 49
Hierop begaven de gezworenen zich naar hun kamer om over de gestelde vragen te beraadslagen.
Op de eerste vraag "Is De Laere schuldig aan doodslag op Jeannette Standaert?" luidde het
antwoord dus zeven "ja" en vijf "neen".
Op de tweede vraag, nl. "Werd de moord gepleegd met voorbedachte raad?", luidde het antwoord -
wat voorbarig was - : Neen!
De jury had dus de voorbedachtheid van De Laere niet weerhouden, waaruit dus moet blijken dat
Frans De Laere zich naar Jeannette Standaert zou begeven hebben zonder het inzicht haar te doden,
dus ook zonder het inzicht haar te beroven, wat de thesis roofmoord formeel in duigen doet vallen.
Het antwoord op de tweede vraag was voorbarig omdat bij een eenvoudige meerderheid op de
hoofdvraag het Hof eerst over dezelfde vraag moet beraadslagen. Zoals men weet sloot het Hof
zich in dit geval aan bij de meerderheid van de jury.
De gezworenen moesten zich dan voor een tweede maal terugtrekken om opnieuw over de al dan
niet voorbedachtheid te beraadslagen. Niettegenstaande de juryleden dus toen de houding van het
Hof kenden, luidde het antwoord toch weer "neen", zodat de bezwarende omstandigheid meteen
verworpen werd.
Sedert die woensdag 8 november 1950 verblijft Frans De Laere als een moordenaar in de
gevangenis. Onafgebroken heeft hij uiting aan zijn onschuld gegeven en steeds heeft hij met een
bewonderenswaardige verbetenheid geweigerd een genadeverzoek te ondertekenen. Zelfs toen hij
op zekere dag ingevolge de aantasting van zijn oogvliezen met volledige blindheid werd bedreigd,
en men hem opdrong toch een verzoek te ondertekenen, wees hij dit krachtig van de hand.
"Ik verlaat pas de gevangenis", zo betoogde De Laere toen, "als U me onschuldig verklaart en ik
weer als een eerbare burger in mijn gezin kan plaats nemen !"
49