Page 139 - Inleiding
P. 139
Ik moest’zwijgen’ over opzettelijk miljoenenverlies.
Twee uur lang zochten ze naar alle mogelijke redenen om mij schuldig te
kunnen verklaren aan een grove fout, terwijl ik niets anders gedaan had dan
een ‘tip’ geven die de NMBS minstens 70 miljoen zou opbrengen.
Ze waren gewoon niet voor rede vatbaar en bleven op mij inkappen. Ik
aanvaarde dit als pesterij, omdat ik iets ‘goeds’ had gedaan.
Uiteindelijk wreven ze me onder de neus dat ik bij de NMBS afstand had
gedaan van mijn recht op vrije meningsuiting door de ondertekening van mijn
contract! Ik viel bijna achterover van ’t verschieten… bij mijn weten heb ik op
de NMBS, nergens dergelijke regel onder de neus geschoven gekregen, laat
staan ondertekend voor akkoord.
Hierop heb ik gezocht in het berichtenboek van 2002. Nergens te vinden!
Ik heb mijn meestergast gevraagd naar dit bericht, hij heeft het opgezocht en ik
kreeg er een persoonlijke kopij van om 15u30’ (07/10/2002)
Uit deze nota kon ik vaststellen dat onder beheer van het toenmalige bestuur
wel degelijk de 42.000 soldaten van de NMBS hun recht op vrije meningsuiting
werd ingetrokken. Raar is wel dat dit bericht 7 maanden later (13/05/2003)
gedateerd is, dan het moment waarop ik de kopij kreeg…(?)
Dat de NMBS-administratie floreerde op schriftvervalsing, intimidatie van
personeel, en andere oplichterij is hier weeral zichtbaar.
Ik heb mijn baas duidelijk laten merken dat ik hiermee niet akkoord ga, en dat
ik betreffende deze aanslag op de vrije meningsuiting een ferme brief naar de
krant zou schrijven, wat ik ook gedaan heb.
Ik heb de bazen nog eens duidelijk mijn standpunt herhaald:
- “Ik blijf mezelf.
- Ik spreek tegen wie ‘ik’ wil spreken
- Ik zeg wat ‘ik’ wil zeggen.
- Van mijn recht op vrije meningsuiting blijft U af!”
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 139