Page 81 - Inleiding
P. 81
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Een héél interessante hobby, die mij nu nog steeds interesseert, maar waar ik niet effectief
meer mee bezig ben, is het onderzoek naar paranormale fenomenen.
Waarschijnlijk het gevolg van die BDE- ervaring, mijn filosofische instelling, en de blijvende
drang naar het zoeken van het ‘waarom’ achter de dingen die ik zie en meemaak.
Tijdens de jaren dat ik mij ‘effectief’ bezig hield met het paranormale, heb ik allerlei
ongeloofwaardige dingen ervaren waar ik vroeger sceptisch tegenover stond en zou mee
gelachen hebben. “Kan niet… je bent zot…” enz.
Tot ik zélf deze fenomenen opwekte, meemaakte, resultaten zag van testen…
De GEEST van een mens is veel krachtiger dan gelijk welk wapen!
Verder zal ik hier niet over uitweiden om misbruiken van die kennis te vermijden, want die
kennis wordt nu al (gedeeltelijk) te veel misbruikt door politici, werkgevers, maffia, priesters,
imams enz.
Er is méér dan je denkt, en de natuur heeft méér verborgen krachten dan je denkt. Vandaar
het ontstaan van hekserij, voodoo, tekeningen op piramides en in grotten…
Belangrijke les uit dit soort ervaringen.
Als iemand op zijn/haar sterfbed vergiffenis vraagt voor de slechte daden die hij/zij gedaan
heeft tegenover u, is het heel belangrijk dat u de juiste beslissing neemt.
Vergeven of niet- vergeven!
Ik heb op zo een moment gewoon niet gereageerd en daar heb ik de rest van mijn leven spijt
van gehad. Ik heb hem altijd gehaat. Hij was een slechte huisvader wiens leven gedomineerd
werd door oorlogstrauma’s, drankmisbruik, de scheiding met zijn thuisland en familie, een
faillissement enz.
Het was een fysiek sterke man die door het drankmisbruik verschillende keren naar het
ziekenhuis moest (hersenbloedingen, hart…). Elke keer was hij na een paar dagen terug thuis,
waarna hij zijn leven van drankmisbruik terug gewoon verder zette.
Die zoveelste keer in kliniek, gingen we hem bezoeken, Ik hield genoeg afstand van zijn bed
omdat ik niet van hem hield, en plots deed hij iets waar ik mij nooit aan verwacht had.
Hij stak met gestrekte arm zijn hand uit naar mij, zónder woorden! Ik reageerde er gewoon niet
op en de volgende ochtend was hij dood (wat ik dus nooit verwacht had).
Toen besefte ik dat hij voelde dat hij ging sterven en dat dit gebaar een smeken was om
‘vergiffenis’. Na dit besef heb ik innig geweend vanwege het feit dat ik hem wél ‘vergiffenis’
had geschonken als ik geweten had dat hij ging sterven. Dit besef kwam te laat en hij is dus
gestorven met een ‘wroeging’, wat ik als gevoelig persoon een vreselijke dood vind.
80