Page 76 - Inleiding
P. 76
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Ik wilde mijn gezinnetje en auto niet verliezen en antwoorde in mijn hoofd “IK GA PROBEREN
OM ER UIT TE KOMEN!”. De stem antwoorde “OK” en was verdwenen!
Ik verzamelde al mijn moed, greep naar het koord met de vlotters en half boven, half onder
water trok ik mezelf richting strand tot ik terug goed kon staan in het ondiepe gedeelte. Met
mijn duikersbril op mijn hoofd passeerde ik een paar gasten en vroeg hen waarom ze niet
reageerden op mijn hulpgeroep. Ze antwoordden inderdaad “We dachten dat je aan het spelen
was.” (Met die duikersbril dachten ze dat ik een goed zwemmer was hé).
Dan stapte ik als een zombie verder richting gezinnetje, vleidde me op mijn handdoek neer
naast mijn vrouw…. en bleef daar zo’n twintig minuten liggen, zo bleek als een lijk.
Mijn vrouw had niets in de mot, en dacht dat ik gewoon een verfrissing had genomen en was
teruggekeerd om ook van het zonnetje te genieten.
Na die twintig minuten om op positieven te geraken heb ik haar verteld wat er ‘werkelijk’
gebeurd was.
Ik was écht gelukkig dat mijn gezinnetje gezond en kompleet was en dat ik me niet heb ‘laten
gaan’.
Ik heb over deze ‘ervaring’ diep nagedacht en het stukje filosoof in mij deed me tot de
volgende conclusies komen.
1) Sterven op zich doet geen pijn omdat het een natuurlijk gegeven is waar elk levend wezen
eens mee te maken krijgt.
2) Wat wél erg pijnlijk is, is de PANIEK die je kan krijgen uit ‘schrik’ dat je gaat sterven.
3) Het verhaaltje dat veel verteld wordt door mensen die een BDE hebben ervaren “een tunnel
met aan het uiteinde een licht”, heb ik niet ervaren. Het kàn dus en het kàn ook niet.
4) Het verhaal van stervende mensen dat ze opgehaald worden door een iemand of een groep
overleden mensen die ze lief hadden?
Ik heb niemand gezien, maar wel die wonderbare HELDERE vraagstellende stem gehoord!
Het kan dus waar zijn dat stervenden ook dergelijke stem of beeld te horen en/of te zien
krijgen.
5) Op de vraag of we bestaan uit twee onderdelen… een lichaam én een geest die samen onze
persoon vormen, en of mensen kunnen ‘uittreden’ moet ik door deze ervaring positief
beantwoorden. Waarom? Omdat ik mezelf daar onder water zag hangen en nog nooit ‘ZO
HELDER VAN GEEST WAS’ op het moment van de vraagstelling, waardoor ik bewust kon kiezen
tussen leven en dood.
75