Page 75 - Inleiding
P. 75

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Maar… dat reddingkoord mét zoveel vlotters aan én waar ik zoveel levensreddend vertrouwen
        in had kon mij niet boven water houden en ging samen met mijn eromheen klemmende

        handen de dieperik in!

        Ik kreeg dus een ongelooflijke paniekaanval en begon zo hard ik kon “HELP… HELP… HELP” te
        roepen en te zwaaien met mij armen zogoed ik kon, maar ondanks het feit dat het er vol
        spelend volk was, reageerde niemand.
        Achteraf begreep ik dat gebrek aan reactie want iemand die staat te zwaaien gelijk een zot en
        met een snorkelbril op lijkt geen typische ‘drenkeling’ te zijn maar gewoon ‘spelend’ en
        zwaaiend naar iemand op het strand natuurlijk!


        Ik ging dus onder… de ervaring die ik toen had was ENORM!

        Na die serieuze paniekaanval omdat ik wist dat ik aan het verdrinken was, kwam plots dat
        moment dat ik rustig werd. De omgeving die ik daar onder water zag was gewoon de groene
        waterkleur. Ik kreeg een geweldig ontspannend gevoel….
        Een paar keer kwam ik met de ogen juist boven het wateroppervlak waarna ik terug onder

        water ging en ongelooflijk maar waar, op zo’n moment dat ik even boven water kwam zag ik
        direct tussen die grote massa volk mijn vrouw en dochtertje liggen onder onze paraplu, rustig
        genietend van de zon en onbewust van wat er met mij aan de hand was! De duizenden andere
        aanwezigen op het strand waren volledig wazig gemaakt en enkel mijn gezinnetje was super
        scherp te zien! Ook mijn auto die normaal gezien niet kon gezien worden vanuit dat oogpunt
        kwam scherp in beeld.
        Ik voelde mij als een vis in het water hing daar wat te zweven met mijn mond open en slap
        hangende armen een beetje opengespreid. Ik kon precies ademen onder water. Géén paniek

        meer, maar gewoon afwachtend.

        PLOTS WAS DAAR DIE STEM!

        Ik herkende die stem niet, maar ze klonk in het mooi Nederlands, héél zuiver, héél duidelijk, en
        qua volume goed verstaanbaar. Het was alsof die stem in mijn hoofd zat en ze sprak mij aan
        met de voornaam. Het leek een mannenstem.

        Deze stem stelde me een vraag die mij zélf zou doen beslissen over leven en dood.
        Op het laatste moment dat ik dat beeld kreeg van mijn gezinnetje daar op het strand én van
        mijn auto daar in de verte:
        “MARC… JE VOELT NU DAT ‘STERVEN’ GEEN PIJN DOET… GA JE NOG PROBEREN OM ER UIT TE
        KOMEN, OF WIL JE, JE LATEN GAAN?”.


                                                                                                                  74
   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80