Page 78 - Inleiding
P. 78
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Hoofdstuk 19: De zoektocht naar een geschikte hobby.
Als ik iets interessant vind, dan wil ik weten hoe het (ongeveer) werkt, en weet ik hoe het
werkt… dan beslis ik of ik me hierin wil verdiepen tot ik er genoeg van heb, of ik laat het links
liggen.
Zo heb ik verschillende muziekinstrumenten geprobeerd om te zien waar ik aanleg voor heb.
Viool, blokfluit, gitaar, saxofoon, trompet, mondharp, mondharmonica…
Blokfluit gaf geen probleem.
Gitaar ging een beetje maar ‘tokkelen’ is nooit mijn ding geweest.
De saxofoon was mijn lievelingsinstrument maar maakte veel lawaai en het was een goedkope
versleten occasie. Om de buren niet te veel te storen ben ik hiermee gestopt.
Trompet was niet te doen met mijn valse tanden.
Piano? Met één vinger ja.
Klarinet en dwarsfluit vond ik te ‘zacht’ klinken.
Ik ben meer een man van BOEM BOEM BOEM (lawaai, ritme…)
Dus een muziekhobby is van korte duur, en heel zelden speel ik nog eens gitaar.
Muziek (lawaai) maken met de computer is interessanter bevonden!
Fotografie.
Een paar jaar bezig geweest met fotografie.
Zwart-wit foto’s en zélf ontwikkelen. Interessant wél, maar aangezien ik niet over kwalitatieve
toestellen beschikte en ik voor het ontwikkelen enkel oud en goedkoop fotopapier gebruikte,
was ik vlug uitgekeken op dit soort hobby.
Geweerschieten.
Zo aan een toog gaan staan om op een schietkaart te mikken is wel eens plezant, maar héél
eentonig. Dus niets voor mij om elke week één of meer keer daar te gaan staan ‘schieten’ in
een kleine schietclub. De meeste schutters hadden hun plezier met het drinken van pintjes
onder kameraden in de cafetaria.
Sporten? Niets voor mij. Ik ben een stijve plank, kan niet zwemmen, en hou me liever lekker
binnenshuis bezig dan in de kou, de regen of de brandende zon.
Nu begint het interessant te worden.
77