Page 251 - Inleiding
P. 251

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Vb 9:
        Op een bepaalde dag waren de andere lassers (het pestersclubje) PLOTS tegelijk ziek

        geworden. Hun afwezigheid wegens ‘ziekte’ was de dag daarvoor ‘administratief geregeld’
        door de (bevriende) ‘regelaars’.
        Maar… er kwam onverwacht laswerk achter de deur piepen…

        Ik ‘MOEST’ van de baas die eerste ‘ziektedag’ terug lassen ondanks het ‘lasverbod’ dat door de
        pesters was bekomen!
        Dit opdrachtenblad heb ik dus als ‘bewijs’ dat ik officieel nog steeds de functie van lasser had
        ondanks het ‘lasverbod’.
        Geen probleem voor mij hoor, maar iemand die hun ‘ziekteperiode’ administratief geregeld

        had, heeft deze ‘overtreding’ van het (via pesterij verkregen) ‘lasverbod’, via de telefoon
        doorgebeld aan de zogenaamd ‘zieke’ pesters.

        Deze waren in alle staten toen ze merkten dat mijn lasverbod was ‘opgeheven’ zolang ze ‘ziek’
        waren.
        Wonder boven wonder stonden ze de volgende morgen al terug ‘volledig genezen’ als frisse

        hoentjes paraat in de werkplaats, enne… onmiddellijk had ik terug het ‘lasverbod’ aan mijn
        been natuurlijk!

        Zowel de ‘regelaars’ als de pesters hadden geen rekening gehouden met het ‘lasverbod’ waar
        ze zo intens van genoten. Ze hadden door de zogezegde ‘ziekte’ hun eigen ruiten uitgeschopt.
        Mijn ‘lasverbod’ was het beste medicament gebleken om hen op slag te ‘genezen’!
        Dit georganiseerd ‘feestje’ buiten de werkplaats was vlug gedaan…


        Het was mij namelijk al meerdere keren opgevallen dat de collegae- lassers elkaar aflosten om
        tijdens de werkuren volle reistassen boodschappen te gaan doen buiten het bedrijf. Bij de ALDI
        enz. voor hun ‘winkeltje’ in de werkplaats. Ze konden zo ook gaan bijverdienen in omliggende
        bedrijfjes, en soms eens een bezoek brengen in de hoerenbuurten tijdens de werkuren.
        Dit was niet mogelijk zonder toestemming van regelaars, délégués enz. en ook omdat er geen
        prikklok was om aanwezigheden/afwezigheden te controleren.


        In de ‘nieuwe’ werkplaats (heel ver gelegen van Antwerpen stad) was wél een prikklok
        geplaatst aan de ingang en was je verplicht om in- en uit- te klokken.
        De pesters konden zo niet meer aan hun pleziertjes geraken (10 km. te vér en een prikklok).

        Geen probleem voor de ‘regelaars’ hoor.


                                                                                                                 250
   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256