Page 241 - Inleiding
P. 241
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Een normale mens zou hierop kunnen zeggen dat de wagon even erg geblutst en gebuild de
‘herstelplaats’ had verlaten als hij was binnen gekomen, maar dàt was nu eenmaal de NMBS-
versie van ‘economie’ hé (schone schijn die veel opbrengt).
Qua ‘veiligheid’…
Als onder een vrachtwagon moest gewerkt worden om een kraan of lek te herstellen, dan
moest deze op een hefbrug omhoog gezet worden natuurlijk.
Als die hefbrug dit om veiligheidsredenen weigerde wegens té zwaar, dan gaf dit voor de lokale
bazen geen probleem hoor. De ploegbaas moest dan persoonlijk de ‘beveiliging’ uitschakelen
(overbruggen) zodat de hefbrug dat spel tóch omhoog kreeg. Daarna moest een brave
jaknikker er maar onder om het probleem op te lossen, waarna die ploegbaas de
‘overbrugging’ terug weg nam.
De wagons waarin nog resten giftige en gevaarlijke producten achtergebleven waren, werden
ook zonder mondmasker of speciale veiligheidskledij én met borstel en vuilblik uitgekuist door
steeds de zélfde broekschijters die tevreden waren met een ‘schouderklopje’ van de baas.
Grappig is het volgende verhaaltje.
Op een bepaald moment zag ik plots een sukkelaar met wijd opengesperde mond in grote
paniek buiten de werkplaats rood aangelopen staan kokhalzen… Hij was aan het stikken
vanwege een stuk appel dat vastzat in zijn keel. Ik liep naar hem toe, pakte hem langs achter
goed vast en paste de Heimlich-greep toe.
Ik heb toen zijn leven gered, maar die man besefte dat niet.
Zodra dat stuk appel uit zijn mond gevlogen was… keek hij mij verbaasd aan en ging lopen! Hij
dacht dat ik hem ging verkrachten!
bediendenwerk’ (loonadministratie, verlofregelingen, aankopen, werkverdeling enz.) werd
gedaan door zogezegde ‘vakbondsmensen’ die geen overall moesten dragen maar rondliepen
in een mooie lange voorschoot. Deze ‘bazen’ waren omhoog gepromoveerden via zogenaamde
‘examens’, maar in veel gevallen ongeschikt voor taken als ‘baas’.
Er was er zo eentje die laat ons zeggen al tot een soort ‘meestergast functie’ was geraakt. Liep
daar rond met veel streken, schold iedereen al lachend uit voor ‘jeannet’ enz., had twee
linkerhanden, maar wél een boekje en een pen op zak, waarmee hij de ‘lageren in rang’ kon
intimideren en straffen als ze durfden reageren op zijn machtsmisbruiken en uitlacherij.
240