Page 240 - Inleiding
P. 240

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        DE LOONBRIEFJES WAREN ONMOGELIJK TE CONTROLEREN OP JUISTHEID DOOR DE
        WERKNEMER. ELKE MAAND ANDERE BEDRAGEN EN PARAMETERS WAARDOOR ER

        GEMAKKELIJK TELKENS EEN KLEIN BEDRAG KON ‘VERDWIJNEN’ VAN HET RECHTMATIG LOON
        ZÓNDER DAT DE WERKNEMER DIT KON ONTDEKKEN.
        DE ZOGENAAMDE VAKBOND- VERTEGENWOORDIGERS KREGEN OOK DE MOOISTE JOBS
        TOEBEDEELD. JOBS WAARBIJ ZE ZICH NIET MEER HOEVEN ‘VUIL’ TE MAKEN. ER WAREN ZELF
        JOBS ZOALS ‘VRIJGESTELDE’ (vogelvrije die niet moest werken maar enkel het personeel
        moest manipuleren tussen de oortjes).

        Wie een beetje het verstand gebruikt kan hierin duidelijk de symbiose tussen ‘bestuur en
        vakbond’ opmerken, én concluderen dat de NMBS in feite bestuurd wordt volgens een écht

        maffia- systeem.
        Hoe beter je rol als zogenaamde ‘vakbondsman’ hoe meer goede punten je verdiende en hoe
        meer kans om ‘carrière’ te maken binnen deze maffiastructuur.

        Eerste werkplaats (CHW)


        Die eerste werkplaats was gelegen tegen het grote vuilstort van Antwerpen de ‘Hooge Maey’
        Er kwamen elke dag vrachtwagons binnen voor onderhoud of herstelling.
        Het merendeel van het personeel was laaggeschoold.
        Het onderhoudswerk aan assen, draaistellen enz. kon als ‘normaal’ beschouwd worden, maar
        het ‘herstelwerk’ aan het koetswerk was andere koek hoor!
        Hieraan werden miljoenen verdiend via valse schadeclaims en verzekeringen. Dit soort
        ‘herstelwerk’ was in feite géén ‘herstelwerk’, maar gaf de ‘schijn’ dat het ‘herstelwerk’ was.


        Dag na dag rolden tientallen te ‘herstellen’ wagons binnen en buiten, en de hersteltijden
        waren abnormaal kort, maar de ‘winsten’ daarentegen abnormaal hoog.
        Zo’n herstelling van een ‘beschadigde’ wagon ging als volgt.

        1) De wagon met builen en blutsen kwam binnen en ging in de rij staan.
        2) We moesten de verf er voor een groot stuk afbranden met een brander.
        3) Daarna werd er met een zware voorhamer enkele goede patatten op gegeven om blutsen en

        builen een ander uiterlijk te geven zodat de ‘klant’ die eventueel foto’s had genomen van de
        beschadigingen kon zien “dat er aan gewerkt was”.
        4) Daarna een laag verf op smeren voor de ‘afwerking’, en klaar was kees.




                                                                                                                 239
   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245