Page 228 - Inleiding
P. 228
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Nu komt het grappigste ‘examen’.
Kandidaat voor lasser (1 lasser gezocht).
We waren met enkele tientallen kandidaten, en ik was de énige die kon lassen. De rest waren
allemaal werklozen die gewoon naar een goede ‘job’ zochten. Er zaten misschien wél enkele
‘amateurs’ tussen, maar duidelijk geen échte ‘lassers’.
We moesten verschillende ‘proeven’ afleggen…
Resultaat van dit ‘examen’: GESLAAGD!
Dat had ik wel degelijk verwacht, als ik de andere ‘kandidaten’ bezig zag, en ik was er dus ook
zéker van dat ik zou ‘aangenomen’ worden!
Maar… er was al ‘iemand’ voorbestemd om die ‘job’ te krijgen!
Die man was géén lasser, maar een familielid van een gemeenteraadslid of schepen, en zelf
geen inwoner van Sint-Niklaas!
Ik natuurlijk op het stadhuis aan de schepen die dit ‘examen’ georganiseerd had, de uitleg
vroeg waarom ik, als enige échte en ‘GESLAAGDE’ lasser, niet was aangenomen en ik kreeg als
antwoord “Momentje, zal het eens gaan nazien!”
Even later kwam hij met een verfrommeld kladje papier aangelopen waarop met potlood
enkele snel gekrabbelde namen stonden. Hij zei naar dit papiertje verwijzend, dat ik hierop als
2é was geselecteerd en als ze nog eens een lasser zochten, dat ik dit wel zou worden.
Meteen wist ik dat deze hypocriete schepen mij zoals het spreekwoord zegt “met een kluitje in
het riet had gestuurd!”.
227