Page 18 - Inleiding
P. 18
De wonderbare wereld der dromen.
Enfin… een paar dagen later werd ik voorgesteld aan de Afrikaanse diplomaat die was
aangekomen met een privé- jet.
De man dacht écht dit ik een Belgische diplomaat met hoge status was (Ik had ook een deftig
kostuum aan). In die gedachte was de Afrikaan tevreden dat hij niet gewoon afgescheept was
en in handen gedropt van een ‘gewone’ burger.
Even later begon hij mij vragen te stellen en uit te vragen in het Frans, en wat te verwachten
was gebeurde dus. Van mijn gebrabbel in uitgevonden Frans kon hij geen jota verstaan.
Hij maakte zich kwaad en riep dat ik géén diplomaat was, géén Frans kende, met zijn voeten
speelde en hem belachelijk maakte door mijn niet respectvolle houding t.o.v. ‘zijn’ status.
Tja… op dat vlak had hij dus groot gelijk, en ik begreep écht niet waarom de gouverneur ‘mij’
had aangesteld als ‘diplomaat’ voor de opvang van die man.
Ik probeerde de gouverneur telefonisch te bereiken om hem de situatie voor te leggen en
uitleg te vragen hoe het nu verder moest.
Hoe ik ook probeerde… ik kon noch de gouverneur, noch eender welke minister, noch de
Koning, noch iemand van de lokale overheid bereiken! Het was alsof de telefoonmaatschappij
de opdracht had gekregen om mijn oproepen in die zin, te blokkeren.
Ik besloot dan maar om een ‘tolk’ te zoeken.
Het begon met aan de Afrikaanse diplomaat de vraag te stellen of hij op zijn smartphone een
vertaalprogramma had en dat we elkaar dan maar volgens die methode moesten proberen
helpen.
De Arme man bleek echter niet slim genoeg om dit te begrijpen.
Dan maar een schooldirecteur of andere bekwame mens met talenkennis zoeken die ‘tolk’
wilde spelen. Niemand bleek echter ‘tijd’ te hebben.
Op den duur zocht ik verder nutteloos naar een familielid of vriend die Frans kende en wilde
helpen…
Droom gedaan!
17