Page 48 - Inleiding
P. 48

De werkomgeving in tractiewerkplaats ‘Antwerpen Dam’.



                      Er werkte zelf een ‘Apache’ in onze werkplaats. Die mekanieker werd zo
               genoemd vanwege zijn indiaanachtig uiterlijk. Scherp gezicht… zo’n

               indianenhanenkam op zijn hoofd… tatoeage… camouflagekleuren…
               Je zag soms iets friemelen in de broek van die Apache. De eerste gedachte gaat
               natuurlijk naar de vraag of die jongen bij momenten abnormaal zwaar
               geschapen was, maar het was iets anders.
               Hij had namelijk thuis een paar huisdiertjes (fretten) zitten, en hij zag die
               beestjes zo graag, dat hij ze soms meebracht naar zijn werk. Ze bleven dan in
               zijn broek of hemd zitten om ze warm te houden of zo…
               Hij kon ook collegae in het geniep geruisloos besluipen als de beste en

               verrassen met een waterdoop, zelf al waren deze met elektriciteit bezig zoals
               een lasser.
               Alhoewel het een slim kereltje was, ging je jezelf na een tijdje toch de vraag
               stellen of hij van zichzelf écht dacht dat hij een ‘apache’ was.
               Hij kon in ieder geval ook goed handtekeningen nabootsen!




















































                ________________________________________________________________
                                                                    De pesters van het spoor           48
   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53