Page 41 - Inleiding
P. 41
De werkomgeving in tractiewerkplaats ‘Antwerpen Dam’.
Om begrip te kunnen opbrengen voor de situatie waarin ik terecht
kwam, is het een noodzakelijk kwaad dat ik even de omgeving schets, waarin
die plaatselijke lassers als het ware ‘leefden’.
Zonder deze uitleg kan men als hedendaags arbeider niet geloven dat dit toen
nog bestond, of misschien nog bestaat binnen het NMBS-gebeuren.
De werkplaats op zichzelf bestond uit enkele aaneensluitende heel oude
gebouwen waarin vet en olie zodanig in vloeren, muren enz. waren
ingedrongen, dat het er niet meer uit te krijgen was. Je werkschoenen lieten
overal vettige voetafdrukken na.
De oude locomotieven die binnenkwamen voor herstelling of onderhoud
druipten van het vet en de olie.
Deze situatie was wel begrijpelijk in een werkplaats waarin nog steeds
gewerkt werd volgens een mentaliteit van vóór WOII. De tijd was daar als het
ware zo’n 60 jaar blijven stilstaan. Het enige wat met een moderne
werkomgeving kon geassocieerd worden was het feit dat er al “Engelse wc’s”
waren geplaatst.
Enfin, op dat gebied had ik in de privé ook al ervaringen gehad, en daarom
maakte ik hier geen probleem van.
Belangrijkste was voor mij dat ik maar de kans kreeg om regelmatig eens
degelijk laswerk te verrichten, een stielman waardig.
Het ‘Laskot’
Een ervaren lasser weet dat in de meeste bedrijven een zogenaamd
‘laskot’ is voorzien waar de lassers hun materiaal bewaren en kleine las- en
slijpwerken uitvoeren.
Dergelijk laskot is normaal gezien voorzien van afscherming voor de omgeving
om andere werknemers te beschermen tegen de stralingen, pijnlijke lasogen en
andere mogelijke fysieke beschadigingen door bijvoorbeeld slijp- en
brandwerk.
Het laskot op deze tractiewerkplaats was op zijn minst uniek!
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 41