Page 109 - Inleiding
P. 109

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Nu terug naar de vijandelijke omgeving…


        De sfeer en bijhorende bedreigingen waren van die aard, dat ik een groot knipmes op zak had
        en mij hiermee desnoods zou verdedigen tegen eventuele aanvallen.

        Enkele ‘ernstige’ feiten.

        De werkgever probeerde mij nu te ‘verplichten’ om mee te gaan op montage om via die weg
        waarschijnlijk een ‘eventueel’ spijtig werkongeval te ensceneren.
        De werkgever al een beetje kennende zag ik het mogelijke gevaar van deze zet en ik bleef vanaf
        dan weigeren om de werkplaats te verlaten om mee te gaan op ‘montage’.

        Ik was door de lokale ervaringen al een stukje paranoïde geworden t.o.v. de op wraak beluste
        collegae en werkgever. Deze vorm van paranoia is geen geestesziekte hoor, maar gewoon een
        vorm van preventieve ‘alertheid’ uit zelfbescherming en om erger te voorkomen.

        Zoals reeds vermeld heerste er een grote jaloezie tussen de drie collegae met hun werkbank
        rechtover mij. De middelste was de agressiefste die nogal vlug gewelddadig kon worden t.o.v.

        collegae waar hij ‘problemen’ mee had.
        Zo kwam hij op een keer dat ik een mooi werkstuk in elkaar gepunt had als voorbereiding om
        het definitief te beginnen lassen, naar mijn werkbank gevlogen om dat werkstuk met een
        zware hamer volledig uit elkaar te slaan!
        Dat was nog het minste, want de onkosten voor de werkuren om het werkstuk opnieuw op te
        bouwen waren voor de werkgever die zijn mensen tot dit gedrag aanstuurde.

        Erger vond ik, dat wanneer er iemand uit een ander bedrijf in onze werkplaats of refter kwam,

        dat de agressieveling die mens aansprak met de vraag of er ook op ‘hun’ bedrijf overuren
        werden gemaakt en daarbij wijs hij naar mij met “Pas op voor Spandel, want in dat geval gaat
        die jullie allemaal overdragen!”.
        De agressieveling woonde amper 200 meter van mijn voordeur en ik nam hem uit collegialiteit
        regelmatig mee naar het werk met mijn auto, maar vanaf dat moment was deze ‘service’
        beëindigd! Toch begrijpelijk?


        Op een bepaald moment was ik aan een zware slijpmolen voorzichtig de punt van mijn
        puntslag aan het aanslijpen.





                                                                                                                 108
   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114