Page 104 - Inleiding
P. 104
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Tja… wat kon ik dan anders doen dan naar de vakbond stappen hé?
De baas was hier immers (mondeling) mee akkoord.
En zo begon de miserie met de ‘MELDING VAN VERRAAD’
De reden achter de zwijgzaamheid over deze machtsmisbruiken is niet ver te zoeken en in het
getoonde wraakdocument van de werkgever duidelijk te lezen.
De werknemers mochten al jaren zwarte overuren maken zoveel ze wilden.
Ze kregen hierdoor de mogelijkheid om voor zichzelf en hun gezin méér luxe aan te schaffen en
leningen aan te gaan wegens de ‘zekerheid’ dat ze dit dankzij de vele zwarte uurtjes
gemakkelijk en zonder problemen konden blijven afbetalen. Ze maakten dus via deze
manipulatie door de werkgever financiële ‘schulden’.
Dankzij dit feit had de ‘slimme’ werkgever hen in de tang gekregen en kon hij hen dus
gemakkelijk gebruiken voor frauduleuze opdrachten en/of als knokploeg tegen een ongewenst
iemand.
Hij hoefde hen enkel te ‘verwittigen’ dat ze geen zwarte overuren meer mochten presteren
zolang ze zijn ‘vijand’ niet hadden uitgeschakeld!
In dit geval zouden ze hun schulden, luxeleventje enz. niet meer kunnen afbetalen snap je!
Door de schuld van dit ongewenst ‘mogelijk verlies’ op een ‘ongewenste’ te steken, met de
melding dat er wél terug zwarte overuren mogen gemaakt worden als ze zich zouden wreken
op de ‘verrader’, laat hij ‘zijn’ wraak uitvoeren door anderen die niet bewust zijn van deze
psychopatentruc maar verblind worden door de beloofde dollartekens!
Begrijpelijk dus dat het een situatie werd van “ALLEN tegen ÉÉN!” .
De meestergast (familie van de baas) die regelmatig als een exhibitionist zijn pietje aan ons
toonde vanop een verhoogde positie, riep op om mijn auto op de parking te gaan beschadigen
als ze hiertoe de kans zagen.
“Als wij eens met z’n allen zijn auto zouden omkippen, wat zou hij dàn zeggen?... als hij het niet
ziet en aan zijn werk is natuurlijk!”
“Ik heb zo’n goesting om eens met de kango (zwaar boormachine) langs zijn auto te ritsen om
te zien of hij o.a. sterke ruiten heeft!”
103