Page 102 - Inleiding
P. 102
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Die drie jaloerse ‘volwassenen’ gingen regelmatig over elkaar ‘roddelen’ tegen de werkgever
als deze een ‘foutje’ had gemaakt. Het waren stuk voor stuk hoogmoedige mensen wat betreft
hun vakkennis en ze konden niet verkroppen dat er ene iets ‘beter’ kon dan zijzelf, of een
pluimpje méér had gekregen van de baas.
De show was natuurlijk niet compleet zonder de soms voorkomende fysieke uitbarstingen in
deze concurrentiestrijd, waarbij ze elkaar letterlijk wat lappen gingen geven.
Wij werden aanzien als stielmannen die beter thuis hoorden in de werkplaats dan voor
opdrachten op verplaatsing voor het plaatsen van de silo’s, machines, onderhoud enz.
Voor mij verliep alles heel vlot en de baas gaf iedereen genoeg kans om véél zwarte overuren
te presteren. Ik geef toe dat ik omwille van deze ‘kansen’ soms ook eens 2 zwarte overuurtjes
maakte op een week, maar wees gerust dat dit in mijn geval er maar énkele waren geweest in
verhouding tot de dagelijks x- overuurtjes van de collegae (die zelf regelmatig in weekends
kwamen ‘presteren’).
Tja, iedereen was ‘tevreden’ op dit bedrijf, en dat is het belangrijkste hé.
Het was me echter al vlug opgevallen dat iemand die géén personeelslid was, op regelmatige
basis halve dagen kwam werken in een van onze werkplaats afgezonderde zone waar de
draaibanken freesmachine enz. stonden. Dat was onze ‘draaier’.
Maar verder interesseerde die man me niet. Misschien werkte hij daar parttime dacht ik.
Het werd winter en met moeite en gezaag van mij en de collegae werd de
verwarmingsinstallatie gebruikt op een manier dat we juist niet verkleumden van de kou maar
wel verder konden produceren dankzij onze eigen dikkere kledij. De verwarmingsinstallatie viel
regelmatig uit, zogezegd ‘in panne’, waardoor deze pas na een paar uur ‘herstelling’ terug kon
opstarten enz.
Deze gierigheid stond me niet aan, maar als niemand anders reclameerde… en deze toestand
stilzwijgend aanvaarde, paste ik mij hier ook maar aan hé.
De énige die een ganse dag in een goed verwarmde ruimte werd vertroeteld was onze
‘draaier’, en dat was moeilijk te slikken voor de kou- kleumers in de atelier natuurlijk.
101