Page 49 - Bladerboek
P. 49
Het Geheim van de Welriekende Dreef
Hoofdstuk 20: Het einde dat herinnert.
De wind in Mechelen rook anders die ochtend. Frisser. Niet van lente, niet van
regen, maar van iets tussenin. Alsof het verleden zelf een zucht slaakte. Marcos
stond op het dak van de oude tramhaven en keek uit over de stad. In de verte
tekenden geurwolken zich af boven de daken, bijna onzichtbaar voor het oog,
maar tastbaar voor wie geleerd had te voelen. Hij glimlachte. Het netwerk was nu
overal — niet als systeem, maar als aanwezigheid. Het was als een laag onder de
werkelijkheid, onzichtbaar, maar voelbaar in elke vertraagde ademhaling.
Noor zat beneden in het archief, haar vingers over de wand glijdend. Ze tekende
met geur, niet om vast te leggen, maar om te activeren. Elk spoor dat ze trok,
wekte een herinnering in iemand anders.
Soms lachten bezoekers hardop zonder te weten waarom. Anderen huilden in
stilte, om iets dat nooit gebeurd was, maar toch troost bracht. Haar geurwerk
begon zich te verspreiden zonder haar medeweten. Op trams, aan bushaltes, in
wachtruimtes verschenen patronen die enkel wie verbonden was kon lezen —
niet met de ogen, maar met het hart.
49