Page 41 - Inleiding
P. 41
De wonderbare wereld der dromen.
Telkens bekeek ik deze voor mij onbegrijpelijke taken met argusogen. Ik snapte er geen jota van
en kon dus zelf niet eens beginnen aan die taken wegens gebrek aan de nodige veronderstelde
‘intelligentie’.
Terwijl de rest van de aanwezigen vol inspanning en zo geconcentreerd mogelijk de opdrachten
probeerden oplossen, keek ik nee- knikkend en met bijpassende gebaren naar de vraagsteller
(CEO) en deze glimlachte hierop telkens.
Als deze glimlach van hem was opgevallen bij andere kandidaten begonnen deze zich natuurlijk
vragen te stellen waarom de CEO zo vriendelijk reageerde tegen deze wereldvreemde
dommerik.
Uit nieuwsgierigheid kwam er dan eens eentje achter mijn rug om loeren wat er op ‘mijn’
opdrachtenblad stond.
De CEO kreeg hier steeds meer bevestiging van het hypocriete gedrag dat enkel bedoeld was
om te gaan ‘afkijken’ bij de medemens die blijkbaar méér geluk had en dat ze dus niet
zelfstandig oplossingen konden bedenken.
De CEO deed er op den duur een ‘extra’ schepje bovenop door plots énkel aan mij op een half
opvallende manier een ‘pakje’ papieren te bezorgen, terwijl de anderen slechts één
opdrachtenblad hadden gekregen.
De nieuwsgierige kandidaten schaamden zich niet meer, verlieten hun plaats, en kwamen
gewoon met meerderen tegelijk achter mijn rug staan om te zien wat dààr eigenlijk op stond.
Waarom kreeg ‘die’ méér papiertjes… stonden daar aparte of héél gemakkelijke opdrachten
op misschien? De oplossingen?...
Het was echter de zelfde gewone onleesbare brol zoals op hun énkel blad natuurlijk, ik had
alleen méér bladen gekregen van de CEO om hun reactie te testen op vlak van jaloezie.
Terwijl hij die zelfde soort vragen blééf stellen was na een tijdje mijn eigen mening over het
door de CEO toegepaste sollicitatie- systeem gevormd. Het werd mij duidelijk.
De combinatie van uitstraling in zijn ogen… de vermommingen die ik alleen kon vermoeden…
de dwaze opdrachten…
40