Page 24 - Inleiding
P. 24
De wonderbare wereld der dromen.
Het onverwachte gebeurde…
De kooivechter was door de stalkster niet op de hoogte gebracht dat hij zou moeten vechten
met een ongetrainde oude man van 74 jaar die daarbovenop nog fysiek niet geschikt was om
nog te vechten.
Toen hij daar oog in oog kwam te staan met mij, besefte hij welk een ongelijke en laffe strijd hij
zou moeten aangaan.
Hij draaide zich nee- knikkend om, en verliet de boksring, kwaad kijkend naar de stalkster.
Ik had dus de strijd gewonnen en de stalkster verliet rood aangelopen de refter.
Via een korte uitleg van mijnentwege tegen de aanwezige menigte, betreffende de
psychopathische ‘belaging’ door die stalkster, deed ik het teleurgesteld publiek doen inzien dat
ze allemaal door de stalkster waren gemanipuleerd en misbruikt om een goede mens waar ze
‘problemen’ mee had, ‘in haar plaats’ uit de weg te ruimen.
Het is typisch voor een psychopaat karakter dat deze ‘anderen’ gebruikt om daden te laten
stellen waardoor hij/zij zélf achteraf niet ‘verantwoordelijk’ voor wil gesteld worden…
Droom gedaan!
Gewone droom 9:
… Ik was aan het wandelen in de Plezantstraat en er waren daar grote kantoorgebouwen.
Plots zag ik Willockx aan de overkant van de straat, maar wàt een metamorfose die had
ondergaan zeg.
De man was heel slank, had een mooi kostuum aan en stapte met stevige tred en grote
stappen, zo fris als een hoentje richting kantoorgebouw. Hij droeg fier een aktentas bij zich. Hij
was een typetje te vergelijken met De Croo.
Zo van ver gezien kon ik niet geloven wat ik zag. Voor alle zekerheid dat het geen dubbelganger
was riep ik vanaf de overkant van de straat naar die man “WILLOCKX”… en ja… de man draaide
zich naar mij om en antwoorde “Dag Marc.”
Toen was ik zeker dat dit wel degelijk Willockx moest zijn.
NU moet u weten dat ik om verschillende redenen nooit een fan ben geweest van die
politieker, en dat ik het niet kon nalaten om kritiek op hem de geven als hij weer eens
machtsmisbruik pleegde.
Maar deze huidige ‘verschijning’ van zijn persoon overviel me als een donderslag.
23
