Page 29 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 29

19. ONDERZOEK NA MEER DAN DRIE JAAR GEOPEND.

                    De eerste plicht in het nieuwe onderzoek luidt : "Is De Laere gekend te Antwerpen,
             Pacificatiestraat, 37 ?"

             Deze vraag wordt enkele dagen later bevestigend beantwoord waarop de B.O.B.- St. Niklaas de
             opdracht krijgt Frans De Laere te onderhoren, wat op 8 maart 1948 geschiedt op de
             rijkswachtbrigade te St. Niklaas.
             In afwachting van de getuigenis van de gewezen dienstmeid Elisabeth Van Driessche en van de
             onterfde Arthur Timmermans, die beiden diezelfde dag werden gedagvaard, werd De Laere van zijn
             vrijheid beroofd.

             Wat verklaarde "detective" Elisabeth Van Driessche ? . ..

             1° "Van het ogenblik af dat ik de dood van Mej. Standaert vernam en hoorde wat er gebeurd was
             heb ik aan mijn meester (Timmermans) ogenblikkelijk gezegd : Het is van geen vreemde gedaan,
             het moet door een familielid gedaan zijn die goed van de handelwijze van tante op de hoogte is. Ik
             had geen namen genoemd, niettegenstaande ik van het eerste ogenblik vermoedens op De Laere
             had."

             2° "Van augustus 1940 tot Sinksen 1943 is De Laere bij juf. Standaert nooit binnen geweest om
             reden dat Jeannette hem het huis verboden had" (wat in tegenstrijd is met 1ø).

             3° "Toen De Laere mij de dag van de begrafenis (van Jeannette Standaert) in het oog kreeg, trok hij
             zich weg en verstopte zich zoveel mogelijk achter zijn vrouw." (Later zou Van Driessche verklaren
             dat ze die dag De Laere voor de eerste maal zag, wat inderdaad juist is. Ook De Laere kende Van
             Driessche voordien niet.)

             4° "Volgens ik vernomen heb zonder mij te herinneren van wie of hoe, zou de dochter van De
             Laere tegen Vercauteren (eveneens familielid van het slachtoffer) gezegd hebben dat haar vader tot
             alles in staat was."
             (wat een afschuwelijke leugen is).

             W at verklaarde Arthur Timmermans ?

             1° "Ik weet dat hij (bedoeld wordt De Laere) een gevaarlijk persoon was die tot niets te betrouwen
             was. Tante was bevreesd voor De Laere." (wat door de familieleden wordt tegengesproken).

             2° "Hij is niet in huis gekomen gedurende de tijd dat ik daar dagelijks kwam." (wat Elisabeth Van
             Driessche bevestigt).

             3° "Volgens mijn mening was de door Van Driessche teruggevonden sleutel daar gelegd door De
             Laere, toen hij met zijn vrouw alleen naar boven was gegaan."












                                                                                                           29
   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34