Page 28 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 28

18. WIE IS FRANS DE LAERE ?

                    Het ogenblik lijkt ons thans best gepast om ook iets te zeggen over De Laere zelf.
             Wie is inderdaad Frans De Laere ?
             Frans De Laere werd geboren te Ingelmunster op 20 oktober 1895 als zoon van de landmeter Albert
             De Laere, welke zich later met zijn echtgenote te St. Niklaas zou vestigen.
             Zoon De Laere huwde in 1919 met de 32 jarige Elisa Standaert.
             In 1920 wordt het meisje Jeanne geboren en twee jaar later verhuizen ze naar Temse waar ze in de
             Akkerstraat ( de huidige Franklin Rooseveltstraat ) een mooi burgershuis betrokken. In 1926 wordt
             de zoon Albert geboren.
             Eerst werkt De Laere als bankbediende, later wordt hij zaakwaarnemer, beheerder van
             maatschappijen en uiteindelijk makelaar in roerende en onroerende goederen.
             Te Antwerpen richt hij een "Comptoir général de Financement" op waarvan het kantoor gevestigd
             is : Pacificatiestraat 37 in de woning van Maria Smet.
             Tijdens de bezetting wordt hij door de Duitsers aangehouden wegens verhandeling van goud en
             komt alzo terecht in de handen van het Devisen Schutz Kommando.
             De Laere wordt op de pijnbank gelegd en geeft uiteindelijk de namen prijs van de personen welke
             bij deze verhandeling betrokken waren. Deze "verklikking" zal hem bij de bevrijding duur te staan
             komen. Op 20 januari 1945 wordt hij inderdaad gearresteerd en door de krijgsraad tot twintig jaar
             opsluiting veroordeeld, straf welke later - wegens zijn smetteloos strafregister - door het Krijgshof
             in tien jaar opsluiting wordt omgezet.
             Op 29 januari 1948 wordt hij in voorlopige vrijheid gesteld om twee maanden later door de B.O.B-
             St.Niklaas weer aangehouden te worden.
             In de "Akte van Beschuldiging" wordt hierover eveneens gesproken : "Na een gedeelte van zijn
             straf te hebben ondergaan", zo luidt het, "werd hij (De Laere dus) op 29 januari 1948 voorlopig in
             vrijheid gesteld.

             Naar aanleiding van zijn thuiskomst kwamen de tongen opnieuw los en werden tegen De Laere
             opnieuw vermoedens geuit. Het onderzoek werd dan hernomen.….
             Wat een uitdrukkelijke onwaarheid is, daar reeds op 22 januari - dus zeven dagen vòòr zijn
             invrijheidstelling - het onderzoek opnieuw werd geopend. De beweegredenen hiertoe zijn niet
             gekend. Ze zijn alleszins niet in het dossier vermeld.
             De jury werd alzo eens te meer en ditmaal op een onrechtvaardige wijze ten laste van De Laere
             beïnvloed.



























             28
   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33