Page 73 - Inleiding
P. 73

De verhuis naar Antwerpen Noord.



                      Ze verschoten van het mooie ruime nieuwe laskot dat ik had
               geïnstalleerd en hun eerste vraag was: “waar zijn onze ijskasten en de rest van

               onze winkel?”
               Toen ik antwoorde dat ik al die rommel op het oud ijzer heb moeten smijten,
               was het kot te klein!
               Onmiddellijk gingen ze naar de schroothoop de oude ijskasten ophalen , want
               de drank moest fris staan!
               De antieke lasposten brachten zo ook terug in het laskot, maar ik heb al die
               rommel, behalve één ijskast die ze met hun leven, en vlammende ogen
               bewaakten,  van de baas terug op het oud ijzer moeten deponeren.


                      In afwachting van een definitieve, metalen omwalling stonden er rondom
               het laskot dus tijdelijk  grote, verrijdbare panelen met brandvrije doeken.
               Dit was een nadeel voor de pesters omdat die afscherming niet hoog genoeg
               was om eventuele nieuwsgierige blikken van de bazen op het eerste verdiep,
               weg te houden.
               Daarom overhaalden de pesters hun bevriende baas van de algemene dienst

               Walter To.,  om de voorziene definitieve afscherming rond het laskot, niet de
               normale 2 meter hoog te maken maar minstens 4 meter hoog, zodat de bazen
               van bovenaf niets meer konden zien van het ‘gebeuren’.
               De reden voor zo’n hoge omwalling was voor de lassers eenvoudig te vinden.
               : “Op de burelen mogen ze immers óók geen lasogen krijgen hé.”
               De extra hoge omheining (degelijke  stalen beplating) kwam er dus en het
               spelterrein was controlevrij gemaakt.
               De toegang van het laskot bestond nu uit twee poorten die op slot konden, en

               alleen de lassers hadden er een sleutel van.

                      Uiteindelijk stond er dus binnen die grote werkplaats een volledig heel
               hoog, goed afgeschermd, ruim laskot dat van alle nodige materiaal was
               voorzien om de werkzaamheden op te vangen, er stond zelf in een hoek, naast
               de mooie nieuwe kleerkastjes, een ietwat menselijke oude ijskast met
               diepvriesvak, voor de sterke drank en de ijsjesverkoop.

               Alles stond proper geordend en tussen de onderlinge werkbanken was de
               nodige afscherming voorzien.  Aan de buitenkant stond het grote materiaalrek
               voor buizen, profielmateriaal enz.
               Alles was dus piekfijn in orde en Antwerpen Noord kon dus op volle toeren
               gaan draaien.

                                                                      e
               De infrastructuur was dus ‘aangepast’ aan de 20  eeuw, maar… de mentaliteit
               wilde niet mee, en bleef ‘antiek’ wegens de bescherming van het profitariaat.

                ________________________________________________________________
                                                                    De pesters van het spoor           73
   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78