Page 75 - Inleiding
P. 75
De verhuis naar Antwerpen Noord.
Ze begonnen mij te generen, zagen mij niet meer staan, beantwoorden
mijn ‘goede morgen’ enz. niet meer, wilden geen woord meer spreken tegen
mij, behalve om te intimideren.
Zelf stonden ze met hun drietjes graag op enkele meters van mij onder elkaar
van alles te bedisselen en spelletjes te spelen om duidelijk te laten zien dat ik er
niet bij hoorde.
Ik zou definitief buiten gepest worden, levend of dood!
Voor het uitvoeren van hun pesterij-opdrachten was Benny Ha.
gemakkelijk te gebruiken wegens zijn zwakke mentaliteit.
Gilbert Ju. en Constant He. steunden zijn thuiswerkjes en lieten hem
thuiswerkjes maken voor andere mensen in de werkplaats, zodat hij ook goed
met de anderen stond op dit vlak.
Ze lieten hem mee genieten van de deugden van hun winkeltje, leerden hem
professioneel vislood maken enz. Kortom ze hadden hem in de tang.
De pesters ondervonden na verloop van tijd dat ik stand hield dankzij de
goede verhoudingen met bazen en andere collegae, en gingen om hun doel
tóch te kunnen bereiken, deze goede verhoudingen dan maar proberen kapot
maken.
Dit is hun uiteindelijk gelukt, en vanaf dat moment werd het niet 3 tegen 1,
maar velen tegen één…
Dat ik mijn best deed, een groot verantwoordelijkheidsgevoel heb, en
hiervoor werd gerespecteerd door de bazen kan ik niet genoeg verklaren.
Het is dan ook onbegrijpelijk dat de bazen zich zodanig lieten meeslepen in de
pesterijen dat zij me pakweg een jaar later al mijn premies en waardigheid
zouden afpakken en mij zouden degraderen tot ‘poetser’ (laagste
looncategorie), gewoon om de pesters ter wille te zijn.
Zijn de NMBS-bazen dan niet slimmer?
Een resem getuigschriften die ondertekend zijn door de zelfde bazen, getuigen
immers dat het tegendeel waar is!
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 75