Page 149 - Inleiding
P. 149
Een zeldzame goede ziel in de ‘spoorbond’.
22/10/2002
Vanavond, in het station van Berchem stond daar ook terug die man die
de wijzigingen van locomotief type 77 opvolgt voor de hoofdzetel van de NMBS
in Brussel, en die ik op de hoogte had gebracht van de foute aanpassingen.
Ook Vanderik (goede vakbondsafgevaardigde) kwam erbij staan, en nog een
collega van de man die voor ‘Brussel’ werkt.
Ik sprak degene die het project moet opvolgen aan met: “Amai zeg, ‘k
heb nogal een ambras gehad met dat gevalleken. Ik mag van mijn bazen zelf
niet meer tegen u of iemand anders spreken over mijn werk, of ik wordt
ontslagen!”
Het gesprek kwam op gang en ik heb hem de uitleg gegeven over de
heisa die ik heb meegemaakt na zijn telefoontje met meestergast Werandoli,
hoe fout het hiërarchisch systeem gewerkt had, en hoe degenen die hiervoor
verantwoordelijk waren (mijn bazen) alle schuld in mijn nek wilden schuiven,
om mij te kunnen ontslaan.
Vanderik kwam tussen, en verdedigde mij gelijk een goede
vakbondsman. Hij sprak over mijn ervaring, stielkennis en beroepsfierheid, en
dat deze positieve elementen bij de NMBS niet gewaardeerd worden. “…Er
zouden er meer moeten zijn zoals Spandel, enz.” (bedankt Vanderik). Dit was
tenminste normale praat voor een vakbondsafgevaardigde!
Ik heb tegen die man nog eens snel uitgelegd wat ik juist had ontdekt en
hoe ik gereageerd heb. Dat ik dit deed om de NMBS en de belastingbetalers
minstens 70 miljoen aan onkosten te besparen, en niet om mijn plaatselijke
bazen te pesten, zoals deze t.o.v. mij verklaren.
“Ik heb dit gedaan om GOED te doen!” verklaarde ik nog.
Uiteindelijk zei ik die man dat mijn bazen mij zullen ontslaan als ze over
dit gesprek iets zouden vernemen.
Hij stelde mij gerust: “Van mij komen ze niets te weten!”
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 149