Page 258 - Inleiding
P. 258

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Enkele dagen later ‘verscheen’ er plots een ‘onbekende’ in de werkplaats. Hij werd geflankeerd
        door de grote baas en zijn ‘preventieadviseur’.


        Deze ‘onbekende’ wandelde door de werkplaats en hier en daar sprak hij een collega aan om
        enkele vragen te stellen.
        Intussen stonden de grote baas en zijn ‘preventieadviseur’ pakweg 10 meter verder, achter de
        rug van die ‘controleur’ intimiderend te kijken naar de aangesproken collega, zo van “we
        hebben u in het oog hoor…”.
        De baas en de preventieadviseur speelden op die wijze de ‘schijn’ dat ze door de ‘controleur’
        verplicht werden om op een redelijke afstand te gaan staan zodat ze het ‘gesprek’ niet te
        konden horen.


        Raar dat die ‘controleur’ er MIJ niet uitpikte alhoewel ik mijn best deed om dicht in zijn
        omgeving rond te blijven hangen in de hoop dat ik ook mijn mening zou mogen vertellen. De
        Baas zocht toch ‘bewijzen’ om mij te kunnen ontslaan wegens het overtreden van de
        zwijgplicht?!
        Achteraf bleek deze controleur niet ‘zélf’ bepaalde collegae uit te kiezen, maar énkel door de

        baas ‘aangeduide’ collegae!

        De zogenaamde ‘audit’ was gedaan, en de volgende dagen werden verschillende van de
        ‘ondervraagde’ collegae door de grote baas op het spreekwoordelijke ‘matje’ geroepen in zijn
        bureau.
        Ze kregen te horen dat ze ‘dingen’ hadden gezegd die niet mochten gezegd worden en dat ze
        mogelijk ‘sancties’ konden verwachten als dat nog zou gebeuren! Ze hadden ‘geluk’ dat het
        geen échte controleur was geweest!!!


        Hoe wist de grote baas wat ze ‘gezegd’ hadden tegen die zogenaamde ‘controleur’ die een
        ‘biechtgeheim’ moest respecteren?

        Wel… achteraf bleek, dat de grote baas en zijn preventieadviseur een ‘acteur’ hadden
        ingehuurd om de ‘rol’ te spelen van een audit- controleur die gestuurd was door de overheid.
        Het was de ‘rol’ van deze ‘acteur’ om ‘bepaalde’ vragen te stellen aan ‘bepaalde’ collegae om

        te zien hoe ‘loyaal’ ze waren ten overstaan van de grote baas en ‘zijn’ systeem (structuur) van
        machtsmisbruik.

        Het was gewoon een psychopathische zet om los te peuteren wat ‘de mensen’ in zijn
        werkplaats in realiteit tussen hun oortjes dachten… meer niet!


                                                                                                                 257
   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263