Page 128 - Inleiding
P. 128
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Dit arbeidscontract was een tijdelijk contract in het kader van de afbouw der vier nog te
voltooien schepen.
Na de voltooiing zou het contract beëindigen.
Alles verliep perfect.
De sfeer onder de collegae was goed. We kregen goed gereedschap. Ons werk werd
gerespecteerd. We hadden menselijke bazen en ploegbazen, en het loon was uitstekend.
Wat kan een eerlijk werknemer nog meer wensen?
De schepen waren afgewerkt en ons contract werd beëindigd.
Deze NV Scheepswerven was zodanig goed florerend, dat de Boelwerf uit Temse hier een
prachtige kans zag om deze scheepswerf op een goedkope wijze over te nemen.
Om dit te bewerkstellingen werd een ‘regeling’ uitgewerkt tussen overheid en de Boelwerf.
Alle werknemers van de NV Scheepswerven hun contract was dus beëindigd, maar ze kregen
ook allemaal de kans om te solliciteren voor een ‘nieuw contract’ op de NV Scheepswerven die
stelselmatig werd overgenomen door De Boelwerf.
Na de nodige lasproeven enz. mocht ik dus ook onder een nieuw contract van onbepaalde
duur, gewoon verder werken op deze scheepswerf.
Het enige verschil met vorig contract was, dat ik zowel in Temse als in Hoboken mocht ingezet
worden indien nodig.
De grootste ‘projecten’ waar de Boelwerf in die periode mee bezig was én die nu ‘verdeeld
werden over beide scheepswerven, waren het boorschip ‘Yatzy’ en de ‘Berendrechtsluizen’. Ik
werd tewerk gesteld als lasser in beide projecten.
Tja, als de Boelwerf deze werf in handen nam, dat is het dus begrijpelijk dat er kort na de
overname al een paar ploegbazen vanuit de scheepswerf te Temse, naar de NV Scheepswerven
werden overgeplaatst om zich daar ‘in te werken’ in het plaatselijk systeem.
Vanaf dan begon het verschil in mentaliteit met vorig systeem merkbaar te worden voor de
werknemers die onder het ‘gezag’ van deze Boelwerf- ploegbazen moesten werken.
127