Page 122 - Inleiding
P. 122
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Hoofdstuk 25: ESC ( 1982 -> ).
Mijn eerste contact met deze werkgever was op een jaarbeurs. Hij was op zoek naar een lasser-
monteur.
Zijn bedrijf betrof in hoofdzaak het installeren en onderhoud van centrale verwarming,
verwarmingsketels, schouw kuisen enz.
Ik stelde mij dus voor aan die werkgever (mijn CV) en heb duidelijk verschillende keren gezegd
dat ik in deze branche nog géén ervaring had opgedaan.
Dat was voor hem geen probleem, als ik akkoord zou gaan met zijn arbeidsvoorwaarden.
- Mij volledig inzetten voor de zaak enz. Hij had nog maar één werknemer (zijn beste vriend) en
wilde uitbreiden.
- Ik moest mij thuis een telefoon aanschaffen (hij zou het abonnementsgeld betalen), zodat hij
mij steeds kon bereiken.
- Om de twee weken moest ik het hele weekend dag én nacht thuis blijven om de
telefoonoproepen voor pannes op te nemen en te beantwoorden. Ik zou de eventuele pannes
dan ook direct moeten gaan herstellen.
Ik zou voor deze wachtperiodes géén loon of andere ‘vergoeding of premie’ krijgen, maar enkel
voor de uren die ik effectief gewerkt had aan eventuele herstellingen, én onder de vorm van
recuperatie- verlof.
- Ik zou voor de rest óók dag en nacht paraat moeten zijn enz.
- Ik zou ‘opgeleid’ worden in deze branche.
- Hij eiste 100% eerlijkheid tegenover hem, en hij zou ook 100% eerlijk zijn tegenover mij.
Ik vond op dat moment deze nieuwe stap in een andere branche wel interessant en werd
aangenomen ‘op proef’.
Nu ga ik verder met de ‘realiteit’ die ik meemaakte in dit bedrijf.
De eerstvolgende maandag begon mijn ‘proef’, en ik moest meegaan als helper met de andere
werknemer ‘de beste vriend’ van deze werkgever.
We reden naar een opdracht voor het leggen van een gasleiding in een supermarkt pakweg 40
km. ver.
Het werd een werkdag van 12 u werken ter plaatse, dus de verplaatsingstijd niet inbegrepen,
en ik kon gewoon niet naar huis na 8 werkuren omdat mijn collega van overuurtjes hield en het
vertikte om mij naar huis te voeren.
Ik kreeg een briefje voor de werkloosheidsdienst dat ik die dag aanwezig was op het bedrijf om
een ‘proef’ af te leggen.
121