Page 28 - Bladerboek
P. 28

Het Geheim van de Welriekende Dreef



            Marcos sloot zijn ogen en concentreerde zich. De zwam sliep nu, of wachtte.
            Maar diep in hem voelde hij nog steeds de verbinding: een echo, een pulsering
            als een hartslag. Hij kon het niet toelaten dat deze plek vernietigd werd. Niet na
            alles wat hij had gezien. Niet na wat hij was geworden.


            Eén van de soldaten riep iets onverstaanbaars. De kelderdeur werd geopend.
            Licht gutste naar binnen. Marcos stond recht, langzaam, handen omhoog. “Niet

            schieten,” zei hij. “Er is geen gevaar. Enkel kennis.”

            “Identificeer uzelf,” klonk een stem door een vervormde microfoon. “U bevindt

            zich in een zone onder controle van Codenaam Verloren Groen.”

            Dupré siste. “Dat project werd twintig jaar geleden stilgelegd.”


            “Blijkbaar niet,” zei Marcos zacht. De soldaten traden binnen, wapens op hem
            gericht. Eén van hen, duidelijk de leider, knikte naar de cocon. “Is dat het?”


            Marcos knikte. “Dat is wat er overblijft van menselijk geheugen. Van collectief

            bewustzijn. Van alle fouten én inzichten.”

            De leider stapte dichter, keek even naar het schimmellichaam. “Ons bevel is

            duidelijk.” Hij haalde een metalen capsule boven — een verbrandingskern.
            Dupré dook naar voren, maar Marcos hield hem tegen. “Wacht.”


            Op dat moment begon de lucht opnieuw te geuren. Subtiel. Een herinnering. Een
            geur die zelfs de soldaten deden aarzelen. Modder, metaal, angst... oorlog. Toen:
            bloemen. Een kinderparfum. Iemand in het team liet zijn wapen zakken.


            Marcos sprak, zijn stem kalm: “Wat je wilt vernietigen is geen bedreiging. Het is
            een spiegel. En wat je daar ziet, is wat je geworden bent.”


            De capsule trilde in de hand van de bevelhebber. Een seconde van absolute
            stilte. En toen...


            Een tik. De capsule viel op de grond.


            “Je hebt twee uur,” zei de bevelhebber. “Verbrand het zelf. Of wij keren terug.”


            Ze vertrokken zonder een woord meer. De deur sloeg dicht. Alleen de geur bleef
            hangen. Een geur die langzaam veranderde. Van angst naar hoop, van
            confrontatie naar mogelijkheid.




                                                                                                          28
   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33