Page 25 - Bladerboek
P. 25

Het Geheim van de Welriekende Dreef



            Ogen openden zich, langzaam, vormloos maar toch helder. Ze keken hem aan,
            en hij wist: dit was geen persoon. Dit was een samenvloeiing van velen.


            Een fluistering, geurloos maar hoorbaar in zijn geest: "Wij herinneren ons jou."


            Dupré kwam stil naar beneden, zijn handen trillend. “Wat... is het?”


            “Een echo,” zei Marcos. “Een herinneringsvat. Misschien een ambassadeur.”


            De zwam begon te pulseren, niet als waarschuwing, maar als een uitnodiging.
            Marcos voelde de geur veranderen — deze keer was het leer en elektriciteit, stof
            en huid.


            Beelden schoten door zijn hoofd: het laboratorium, de opstart van Project
            Odorem, gezichten die hij nooit had gezien maar die hij herkende als de eerste
            onderzoekers. Eén van hen, een jonge vrouw met een rode bril, keek hem recht
            aan vanuit het verleden.


            “Ze hebben niet gefaald,” fluisterde hij. “Ze zijn samengegaan.”


            De cocon spreidde zich uit over de vloer als aderen. Er ontstond een kring van
            lichtgevende zwammen rond Marcos en Dupré. Op het moment dat Dupré
            achteruit wilde deinzen, hield Marcos hem tegen. “Nee. Dit is de kern.”


            Dupré sloot zijn ogen en ademde in — diep. Tranen liepen over zijn wangen.


            “Ze zijn geen ziekte,” zei hij. “Ze zijn een vorm van geheugen. Een biologisch
            archief. Ze willen delen. Ze willen... leren.”


            De cocon begon ritmisch te ademen. Niet alleen via geur, maar nu ook via licht.
            Patronen flitsten over de vloer — pulsen als morse, codes die zich ontvouwden in
            geometrie en kleur.


            Marcos begreep intuïtief dat het communicatie was, maar de snelheid en
            abstractie gingen zijn menselijke begrip te boven. Toch voelde hij de essentie:

            acceptatie, nieuwsgierigheid, wederzijdse waarneming.

            Plots kwam de geur van as. En vuur. De cocon verstijfde. De kring van zwammen

            doofde uit als sterren die plots verdwijnen.








                                                                                                          25
   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30