Page 17 - Bladerboek
P. 17

Het Geheim van de Welriekende Dreef



            Hij bleef abrupt staan, snuffelde nogmaals in de lucht en volgde het spoor door
            een smalle steeg tussen twee oude panden.
            Daar, in een schaduwrijke uithoek, ontdekte hij iets verontrustends: een rij kleine
            zwammen groeide uit een barst in de stoep. Geen gewone zwammen –

            bioluminescente rand, identiek aan de monsters uit de Welriekende Dreef.
            Marcos voelde het ijzig door zijn ruggengraat glijden: de zwam had zich verspreid
            tot in Sint-Niklaas. Via hem? En erger nog – ze koos ervoor zich te tonen.

            Hij knielde neer, nam een foto, en haalde zijn veldkit boven. Met latex
            handschoenen en een chirurgisch mesje sneed hij enkele delen los, stopte ze in
            een steriele container en markeerde de plaats met een krijtteken op de muur.

            Een vage herinnering uit zijn droom flitste door zijn hoofd: een muur met dezelfde
            tekens in een metropool. Was dit gepland? Een test?

            Terug thuis vergeleek hij onder de microscoop de genetische structuur met die
            van de oorspronkelijke spore. De gelijkenis was volledig. Maar tot zijn
            verbijstering vond hij een extra sequentie – een synthetisch patroon, als een
            ingebouwd signaal. Marcos vermoedde dat de zwam nu actief codeerde. Niet
            enkel groeide, maar informatie zond. Naar wie? Naar waar?


            ’s Nachts kwamen de dromen terug, maar nu met stadsbeelden: torens, ramen,
            mensenmassa’s. Het was geen droom meer, maar een overdracht.
            Hij zweefde boven Sint-Niklaas, zag mensen voorbijlopen zonder te beseffen dat
            onder hun voeten een ander netwerk groeide.
            Dezelfde kindstem klonk opnieuw: "Wij herinneren. Wij ademen verder. Jullie

            ademen ons in."

            Marcos werd wakker met een bloedneus en trillende handen. Zijn ademhaling
            was oppervlakkig. De lucht in zijn huis rook naar vochtige aarde. De spore had
            zich genesteld in zijn omgeving — en misschien ook in hem.
            Hij wist dat hij moest handelen. In zijn kelder bouwde hij een Faraday-kooi, een
            afgeschermde ruimte zonder signalen. Hij plaatste de spore in het centrum, om
            te voorkomen dat het zich verder verspreidde — of communiceerde. Rondom
            begon hij zijn dagboeken te kopiëren, elk blad voorzien van codes, symbolen,

            waarschuwingen.

            Bovenaan een nieuw dagboek schreef hij één woord:

            Project Myconet.
            En daaronder: "De zwam groeit niet alleen. Ze kiest. En ik… ben gekozen."


                                                                                                          17
   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22