Page 7 - Bladerboek
P. 7
De wolf van het Waasland…
Later die dag sprak hij met een vrouw op leeftijd in de bibliotheek van Moerbeke,
waar hij op oude kranten stootte met vage koppen:
“Dierlijke kreten storen nachtrust in Kallo.”
“Schapen gespannen? Of spanning in de schapenstal?”
De vrouw herkende zijn naam.
“U bent die man die dingen zoekt die anderen liever niet vinden.”
Hij glimlachte bescheiden.
“Ik zoek enkel wat men fluistert.”
Ze keek hem lang aan, alsof ze woog of ze hem mocht vertrouwen. Toen zei ze:
“De wolf is geen dier, mijnheer Spandelius. Het is wat mensen worden... wanneer
niemand hen meer controleert. Wanneer ze vrij zijn om te nemen. Om te
overheersen. Sommigen dragen een das. Sommigen een uniform. Sommigen een
glimlach.”
Bij het vallen van de avond zat Marcos alleen op een bankje, uitkijkend over de
velden. De wind bewoog traag door het gras. De hemel kleurde koper.
Er was nog altijd geen wolf.
Maar Marcos had hem al gevoeld in de verhalen. In de blik van de mensen. In de
stilte van het landschap.
“Er zijn pootafdrukken,” fluisterde hij.
“Maar ze zijn onzichtbaar. Tot je weet hoe je moet kijken.”
7