Page 4 - Bladerboek
P. 4
De wolf van het Waasland…
Toen hij uit de trein stapte, viel het hem meteen op. De lucht was stil. Te stil.
Geen duiven op het plein. Geen honden die blaften. Zelfs het geroep van de
marktkoopmannen leek gedempt, alsof de stad haar adem inhield.
Hij liep richting de bibliotheek en vroeg naar lokale krantenarchieven.
Niemand had iets geschreven over een wolf. Maar de archivaris keek hem net iets
te lang aan voor hij dat antwoord gaf.
Later sprak hij een vrouw die de geruchten wél had gehoord.
“Ik ben blij dat u het vraagt,” zei ze terwijl ze haar boodschappentas herschikte.
“Mensen lachen erom, maar ik zeg u: het is iets ouds. Niet gewoon een beest. Het
is… iets dat komt kijken wanneer wij te ver gaan.”
“Te ver?” vroeg Marcos.
“Te ver in alles,” zei ze. “Leugens. Macht. Zwijgen.”
Die avond, in een klein pension, bladerde Marcos door zijn notities.
Drie meldingen van waarnemingen. Twee zonder zichtbare bron. Eén
kindertekening met een wolf in een jas. En de blik van de archivaris.
Hij sloot zijn ogen. De mist van de ochtend kwam terug in zijn herinnering, als een
waas die zich nu ook over zijn denken legde.
“Ik heb verhalen gezien die waarheid werden. En waarheden die verdampten tot
geruchten. Maar dit... voelt anders.”
Hij schreef één zin op de lege bladzijde:
“De wolf is nog niet verschenen, maar hij is al overal.”
4