Page 14 - Bladerboek
P. 14

De biecht van Sodoma…



            Voor hem rees een tempel op, half opgeslokt door het woeste groen. De stenen
            waren bedekt met eeuwenoude mossen, de sculpturen waren verweerd tot
            schimmen van hun vroegere glorie. Ooit moeten goden hier vereerd zijn, maar nu
            leek het bouwwerk slechts een baken voor vergeten zielen.


            Marcos liet de Alpaca los, die zonder om te kijken verdween in de jungle.
            Hij beklom de gebroken trappen en passeerde pilaren waarop verweerde
            afbeeldingen stonden van offers, sterren, en raadselachtige wezens die de grens
            tussen mens en dier leken te overschrijden. Een muffe, zware stilte hing in de
            lucht, zo dik dat ze bijna tastbaar leek.

            Binnenin was het koud en duister. Slechts een enkele lichtstraal vond zijn weg

            door een scheur in het plafond, en viel als een goddelijke vinger op de figuur die
            daar zat: een oude man, gekleed in versleten vodden, zijn huid donker als
            verweerd leer, zijn houding roerloos als die van een standbeeld.
            De wàre biechtvader.

            Zijn ogen openden zich langzaam, en Marcos voelde een kracht uitgaan van die

            blik — niet van lichamelijke macht, maar van een oud, onaards weten. Zijn
            aanwezigheid vulde de ruimte met een zwaarte, als een berg die op de schouders
            van het universum rustte.
            Zonder woorden knielde Marcos, zijn hart zwaar van de verantwoordelijkheid die
            hij droeg.

            Voorzichtig haalde hij de bloedbevlekte perkamentrol tevoorschijn en legde deze
            voor de oude man neer. Hij merkte dat zijn handen trilden.


            De biechtvader legde zijn hand op het document, sloot zijn ogen en begon zacht
            te murmelen in een taal die Marcos niet kende — een taal ouder dan Latijn, ouder
            dan welk schrift dan ook. De muren van de tempel leken te resoneren met de
            klanken, alsof de stenen zelf antwoordden.

            Zijn adem werd langzamer, zijn lichaam leek gewichtloos te worden, en een ijle

            mist kringelde op rond zijn voeten. Marcos keek toe, gefascineerd en verlamd. Hij
            zag het tafereel duidelijk voor zijn ogen verschijnen…
            Hoe de ziel van de oude man zich als een dunne nevel losmaakte van zijn
            stoffelijk omhulsel.






                                                                                                          14
   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18