Page 277 - Inleiding
P. 277
De arbeidsrechtbank beschermt overheidscriminaliteit.
Aangezien de NMBS mij in feite volgens de antipest- wet niet mocht
ontslaan wegens het indienen van een formele klacht wegens pesterijen en
aangezien de NMBS maar geen échte reden tot ontslag kon vinden, werden dus
allerlei ondenkbare redenen gezocht om toch maar dit buitenpesterij- ontslag
te kunnen ‘verantwoorden’, zelf de arbeidsgeneesheer moest in de periode
tussen mijn mondeling ontslag en het schriftelijk ontslag, urinestalen afnemen
om in mijn urine te zoeken naar sporen van verboden middelen om een
ontslagreden te kunnen vinden.
De conclusies waarin de NMBS mijn ontslag probeerde te argumenteren
staan vol van dergelijke onvoorstelbare ‘redenen’…
De arbeidsrechtbank slikte al deze duidelijke leugens en was niet eens bereid
om mijn ‘bewijzen’ van die leugens te lezen.
Zelf mijn naam werd verschillende keren fout gespeld wat inhoud dat het
ontslag enerzijds niet wettig is omdat het om een andere naam gaat, en
anderzijds de rechter het niet de moeite achtte om de leugens van de NMBS
grondig door te nemen.
Een vriendelijk knipoogje van de rechter naar de NMBS-advocaten van
het advocatenkantoor van de bekende politieker, tijdens de eerste zitting,
verklaarde genoeg.
De uitspraak van de rechter die zegt mijn formele klacht te hebben gelezen,
maar “Dat ik het wel niet zal gemeend hebben”, verklaarde ook genoeg.
De uitspraak van de rechter, “dat de arbeidsrechtbank geen rekening moet
houden met mijn bewijzen maar dat ik mag ontslagen worden omdat ik niet
meer pas in de filosofie van het bedrijf..” zegt ook genoeg.
Op voorhand was beslist dat de NMBS en haar pestende bazen, hoe dan
ook, de zaak zouden winnen!
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 277