Page 113 - Inleiding
P. 113

De EHBO-affaire.


                      Op een dag was de planning- man waar ik bij moest zijn afwezig en er
               was een ‘vervanger’ uit de werkplaats aangesteld.

               De vervanger riep mij toe: “welkom op de planning”.
               De andere planningmannen keken me allemaal aan en met een zure, hatelijke
               blik en knikten gezamenlijk nee met hun hoofd!

                      Ik moest op een namiddag naar het geneeskundig onderzoek van de
               NMBS en ging op de planning vragen of er om 11u30’ een NMBS-busje reed
               naar Berchem, zodat ik tot daar kon meerijden.
               Antwoord : “Ja, er is een busje, maar voor u zal ik een apart voertuig moeten

               bestellen zeker?” en “Niemand hier wil nog iets met u te maken hebben!”

                      Dit laatste was een druppel die mijn spreekwoordelijke emmer op dat
               moment liet overlopen.
               Ik ben daarop naar de personeelsdienst gegaan en heb me na de nodige uitleg
               definitief laten schrappen als ‘industrieel hulpverlener’. Vervolgens heb ik mijn
               persoonlijke sleutel van het EHBO-lokaal ingeleverd bij de hiervoor aangeduide

               planning- man.
               Deze man die daarvoor steeds vriendelijk was t.o.v. mijn persoon leek ook al
               passief mee te spelen, want zonder opkijken en zonder vragen te stellen nam
               hij die sleutel aan…

                      Ondanks het feit dat ik in de bres was gesprongen voor pakweg 150
               collega’s door hen te behoeden voor besmettingsgevaar, heeft één enkele
               persoon die voor een mogelijke besmetting zorgde door bewust een

               onhygiënische en gevaarlijke toestand in het EHBO-lokaal te creëren, én die
               zich op de tenen getrapt voelde omdat ik dit gevaar aankaartte, een ganse
               groep goede mensen veranderd in hatelijke pesters, zonder dat ze eigenlijk het
               ‘fijne’ van de zaak wisten.

                      Tijdens het medisch onderzoek bracht ik de arbeidsgeneesheer op de
               hoogte van deze pesterijen, en het feit dat mijn bazen verklaarden dat niet hij

               als arbeidsgeneesheer baas is over het EHBO-gebeuren maar dat ‘ZIJ’ hierover
               baas waren.
               Ik heb ook duidelijk gezegd dat ik mijn ontslag had gegeven als EHBO’er, want
               dat ik niet verantwoordelijk wou zijn voor de eventuele besmetting van de
               collegae enz.




                ________________________________________________________________
                                                                   De pesters van het spoor           113
   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118