Page 108 - Inleiding
P. 108
De EHBO-affaire.
Ik antwoordde dat ik wel degelijk met de verantwoordelijke planning-
man (Francois Le.) overlegd had betreffende de toestand, maar dat ik tegen de
spreekwoordelijke muur was gebotst, en dus wel genoodzaakt werd om voor
‘hun’ veiligheid en de veiligheid van de andere collegae in de werkplaats, deze
toestand rechtstreeks bij de arbeidsgeneesheer aan te klagen.
Ik verklaarde trouwens dat zijzelf als EHBO-er wel degelijk moesten
weten dat het een ‘opdracht’ was van de arbeidsgeneesheer om hem van
dergelijke toestanden op de hoogte te brengen en om hem te raadplegen voor
oplossingen van problemen betreffende het EHBO-gebeuren. Of hadden ze
zitten slapen tijdens de lessen misschien?
Ik riep naar Eric V.Ov dat profiteurs en lakse mensen die anderen
besmetten moeten aangepakt worden en dat zijn geroep over ‘overleg’ met
hen over datum was en bij mij niet pakte!
Eric V.Ov daarop : “Gij denkt dat gijzelf zonder zonde zijt zeker?”
Ik : “Jazeker… Hier ben ik volledig zonder zonde, maar jij Eric V.Ov, jij
gegarandeerd niet, dat weet ik zeker, en uit ervaring!”. Ik doelde hier op zijn
regelmatige bezoekjes aan de flessen sterke drank van de pesters en aan zijn
hiermee gepaard gaande machtsmisbruik om de pesters tot dienst te zijn enz.
Het ‘gesprekje’ in de planning eindigde met de verklaring vanuit die
vriendenkring “... dat ik vanuit ‘hun’ hoek óók wat kon verwachten!”
Extra pesterij dus vanwege het feit dat ik mijn verantwoordelijkheid had
genomen als EHBO’er met het doel de veiligheid van alle personeelsleden
(planning inbegrepen) te beschermen tegen hygiënisch onverantwoorde
toestanden en tegen besmettingsgevaar.
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 108