Page 166 - Inleiding
P. 166
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Ik werd daarop op het matje geroepen bij mijn baas ter verantwoording en mijn ontslag stond
ter discussie.
Gelukkig was dit een baas die respect had gekregen voor mijn eerlijke, correcte, en
verantwoordelijke wijze van werken.
Hij snapte maar al te goed dat het inbranden van die gaten al jaren aan de gang was en ik daar
nog maar enkele maanden werkte.
Ik stelde mijn baas wegens deze smerige actie van de collegae voor de keuze.
- Ofwel mocht hij me ontslaan.
- Ofwel werd dit etswerk nà de reparatie van weggevreten steentjes, alleen nog door mij
gedaan en zou ik de volle verantwoordelijkheid voor de veiligheid in dit lokaal op mij nemen. Ik
zou hiervoor echter ook de toelating moeten krijgen om aan de deur van dit lokaal een
hangslot te bevestigen zodat de collegae hier niet meer binnen konden voor hun privé
etswerkjes en aanverwant gemors.
De begripvolle baas ging mijn karakter kennende, akkoord met optie twee! En alles verliep in
deze context verder perfect.
Maar… mensen blijven mensen hé en dat telt dus ook voor collegae.
Na x- tijd bleek plots het hangslot ‘VERDWENEN’ te zijn en kwamen op vlak van etsen de
‘verworven rechten’ terug de kop boven water steken.
Ik werd even later terug op het spreekwoordelijke ‘matje’ geroepen voor een nieuw gesprek
betreffende een ontslagreden. Waarom?
Er was immers groot alarm geslagen op dit bedrijf, want alle bacteriën in het lokale
waterzuivering- station waren ineens dood en… het zou aan mij liggen omdat ‘ik’ in het
etslokaal te veel onverdund zwavel- en Fosforzuur in het riool zou gedumpt hebben!
De ware daders waren niet ver te zoeken en konden dus via valse verklaringen ‘hun’ etslokaal
terug claimen.
Ik nam als gevolg hiervan afstand van de verantwoordelijkheid voor dit lokaal!
Bleek achteraf dat ook mijn baas voor ‘thuis’ stukjes liet etsen, wat ik hem uiteraard zo kwalijk
nam dat ik mijn vertrouwen in hem liet varen…
165