Page 10 - Bladerboek
P. 10
Het Geheim van de Welriekende Dreef
Daar, in het halfduister, zat een figuur op een houten stoel bij een smeulend
vuurtje. De man droeg een zwaar gasmasker, een oud legerjasje, en had een oud,
roestig jachtgeweer over zijn schoot liggen. Zijn stem galmde traag en
doordringend:
"Ben jij de nieuwe bewaker... of gewoon weer een domme zoeker?"
Marcos antwoordde, zijn stem hees van spanning: “Ik ben een ontdekker van
vergeten waarheden.”
De man schudde zijn hoofd en stond langzaam op. “Dan is het misschien nog
niet te laat. Ik ben Otto. Vroeger biochemicus. Nu — cipier van dit kwaad.”
Ze gingen zitten rond het vuur. Otto trok zijn masker even op om een slok water te
drinken. Zijn gezicht was bleek, getekend door jaren ondergronds leven. “Ze
hebben het nooit gewild. De zwammen. Ze zijn niet kwaad. Ze zijn... wakker. En
we hebben ze gestoord.”
Otto vertelde over de jaren '70, toen de overheid samenwerkte met
farmaceutische bedrijven om geurstoffen te ontwikkelen voor
gedragsbeïnvloeding. “Wat begon als parfumtechnologie, werd een project om
mensen te sturen met geur. Toen ontdekten we dat schimmels daarop konden
reageren, en zelfs… terugzenden. Ze bouwden een netwerk. Een ondergronds
brein.”
Hij wees naar de tunnel: “Daar verderop leeft de centrale zwam. Niet zomaar een
organisme. Het is een entiteit. Ze weet wanneer je liegt. Ze voelt je intenties. Ze
laat je toe of sluit je voorgoed op in een droom die nooit eindigt.”
Marcos voelde het zweet over zijn rug lopen. “En waarom laat ze jou leven?”
Otto glimlachte bitter. “Omdat ik de eerste was die luisterde. En de laatste die
bleef. Ik hou de ingang verborgen, ik waarschuw idioten zoals jij. En ik wacht... tot
zij beslist dat ik genoeg weet.”
Hij haalde een kaart tevoorschijn, handgetekend, met markeringen van
schimmelnesten en ondergrondse aders. “Hier. Je wilt verder? Dan neem je dit.
Maar je keert niet meer terug als je hart niet zuiver is. Ze voelt dat. Geloof me.”
10