Page 35 - De Koo en de donkere gangen.
P. 35
De Koo en de donkere gangen.
Even later werden beide vrienden verrast door het feit dat ze precies
samen in verwachting waren en ja hoor… niet lang daarna waren ze met vier.
Een Siamese vierling, want ze plakten onafscheidelijk aan elkaar.
Die 4 werden ook zwanger en ze waren plots met 16 enz.
Al gauw was er plaatsgebrek, maar gelukkig groeide de kamer mee, zodat
de Koo die nu al leek op een voortdurend uitdijende ronde bol kikkerdril toch
nog voldoende ruimte had om rond te zweven. De Koo droomde echter van
vroeger toen hij nog één enkel kwalletje was, want dan had hij veel meer
bewegingsruimte en vrijheid…
Hij vond zichzelf ook veel lelijker worden, want het kon niet dat hij, en zijn
Siamese vriendjes die duidelijk ook mannetjes waren telkens in verwachting
geraakten. Het kon niet anders of hij zat in een soort puberteit, want hoe verder
de tijd vorderde, hoe meer van die zich splitsende puisten er op zijn lijf
verschenen. Allemaal puisten die even groot waren als hijzelf én die heel goed
op hem geleken, maar die toch ‘iets’ verschilden. Zelf onderling…
Al die bobbels waren op zichzelf uniek!
Opvallend was, dat alleen hijzelf de tattoo ‘Koo’ op zijn voorhoofd staan heeft
en dat al die bijkomende vriendjes enkel een ‘stempel’ met ‘Koo’ op hun
voorhoofd hadden
Hun kleur veranderde, de ene werd harder en de andere werd zachter, en de Koo
veranderde stilaan van een ronde bol kikkerdril naar iets langwerpig omdat al
die splitsende pukkels een eigen weg leken te zoeken naar een specifiek voor
hen bedoeld plaatsje.
De Koo kreeg allerlei vormen.
Hij veranderde uiterlijk van kikkervisje in salamander in vis in varkentje in
aapje en tenslotte in mensje met alles er op en er aan! Innerlijk waren er
hersentjes en orgaantjes gegroeid, en hij had zelf een skelet dat er voor zorgde
dat hij niet steeds als een slappe vod moest blijven rondhangen en dat er ruimte
werd gemaakt voor dat pompje dat steeds maar op een eentonige maar
regelmatige wijze bonk…bonk…bonk… bleef doen.
Het deed hem denken aan die grote BONK… BONK…BONK… die hij bleef
horen daar ergens boven hem, sinds hij als geschenkje door zijn papa aan zijn
mama werd gegeven.
De Koo zijn gebonk liep gelijk met die grote BONK, en deze symbiose tussen
de twee soorten gebonk werkte heel rustgevend. Hij werd er als het ware door
gehypnotiseerd.
Lastig werd het feit dat zijn bewegingsvrijheid nu ook beperkt is door die lange
slang die aan zijn buikje gegroeid was en die zak die zich rondom hem gevormd
had en steeds meer begon te klemmen.
35