Page 88 - Inleiding
P. 88

Na de dreigementen volgen de ‘daden’.



                      In de voormiddag was mijn naam op dit briefje nog zichtbaar, maar in de
               namiddag na een verwittiging van mijnentwege kreeg de pester die dit had

               opgehangen schrik, en heeft hij een ‘aangepaste’ versie opgehangen waarbij
               mijn naam was uitgewist.
               Niettegenstaande deze laatste aanpassing, wist iedereen in onze werkplaats,
               dankzij de vorige en overgebleven informatie wel degelijk dat het om mijn
               persoon ging.
               Die laatste aanpassing was slim gezien, maar dom om het te laten hangen en er
               commentaar op te schrijven in het eigen handschrift. Via het handschrift kan
               immers gemakkelijk ontleed worden wie de betreffende pester was.

               Ik heb de preventieadviseur op de hoogte gebracht.
               Hij heeft het briefje zien hangen en gelezen maar liet het gewoon hangen.
               Zonder enige reactie t.o.v. de pesters ging hij met een passieve blik zwijgend
               door…
               Blijkbaar mag een preventieadviseur bij de NMBS niet tussenkomen bij
               pesterijen t.o.v. contractuelen en/of klachten in die zin. Zelf met
               bewijsmateriaal?


                      Na een week verlof kwam ik terug werken en… op mijn persoonlijk kastje
               hing weer een ‘Bin Laden-aanhanger’-brief. (Ik heb hem gemerkt met een rode
               ‘2’ en meegenomen).

               Zie hieronder zo een bericht aan het personeel.




















                ________________________________________________________________
                                                                    De pesters van het spoor           88
   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93