Page 268 - Inleiding
P. 268

De arbeidsrechtbank beschermt overheidscriminaliteit.



                   4)  Er is de psychische schade waardoor ik telkens ik een trein of een
                      spoorweg zie, aan deze pesterijen wordt herinnerd. Vanaf mijn voordeur

                      heb ik zicht op het treinspoor en dag en nacht hoor ik de trein rijden in
                      de verte. Ook als ik in de media artikels lees betreffende het wanbestuur
                      bij de NMBS en de ermee gepaard gaande dodelijke ongevallen, wordt ik
                      steeds aan die pesterijen herinnerd.

               Pesterijen houden dus meestal niet op na een gelukte buitenpesterij, en ze zijn
               zeer kwaadaardig aangezien de blijvende financiële en psychische gevolgen.


               Vertrouwend op de arbeidsrechtbank en in de gedachte dat:
                   1)  de pesters via mijn aanklacht de gepaste straf zouden krijgen,
                   2)  het pesten eindelijk zou ophouden,
                   3)  ik terug mijn functie zou mogen uitoefenen en terug het loon zou krijgen
                      waar ik recht op had,
               was ik naar de ‘normale’ vakbond gestapt met de vraag om mijn aanklacht én
               het valse ontslag te verdedigen voor de arbeidsrechtbank.


                      Ik was immers uit de ‘spoor-vakbond’ gestapt omdat de ‘spoorbonden’
               mij niet wilden bijstaan want de aangeklaagden waren ‘bazen’ en ik slechts een
               ‘contractuele’.
               De pesters mochten van de ‘spoorbonden’ rustig hun gangetje blijven gaan en
               ik moest hun gepest volgens de ‘vrijgestelden’ van deze spoorbonden maar
               blijven ondergaan. De bedreiging door de vertegenwoordiger van de
               ‘spoorbond’ was immers ook niet mis : “Ik zie Liever een levende Marc Spandel

               die het spelletje meespeelt dan een dode Marc Spandel omdat hij niet wil mee
               doen met de misbruiken.”

               De échte vakbond startte dus na mijn ontslag de procedure voor de
               arbeidsrechtbank en het werd een dubbele aanklacht tegen de NMBS.
                   1)  Onwettig ontslag, aangezien ik volgens de regels van de antipestwet niet
                      mocht ontslagen worden maar moest ‘beschermd’ worden tegen ontslag

                      omdat er een formele klacht was ingediend tegen de pesterijen.
                   2)  Onwettig ontslag, aangezien de op mijn C4 aangehaalde reden enerzijds
                      als leugen kon bewezen worden en anderzijds tóch leidde tot
                      zwaarwichtig ontslag, zónder recht op werkloosheidsvergoeding.
                      Grote tegenspraak in dit zwaarwichtig ontslag was het feit dat de NMBS
                      de ‘normale ontslagvergoeding’ betaald heeft, waardoor het in feite
                      géén zwaarwichtig ontslag kon zijn!



                ________________________________________________________________
                                                                   De pesters van het spoor           268
   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273