Page 165 - Inleiding
P. 165
Instructeur neemt wraak om eigen onkunde te verdoezelen.
Luc Vdwa. schreef dus een brief vol leugens betreffende mijn persoon en
laskwaliteiten.
In één ding had hij wel gelijk… Als vakman met een gevoel voor ‘beroepseer’ en
‘verantwoordelijkheid’ wil ik mij niet laten verplichten om ‘slecht’ laswerk te
leveren, hoe ‘hooggeplaatst’ de opdrachtgever (in dit geval een onbekwame
‘NMBS- instructeur’) ook is!
De brief is onmiskenbaar een leugen uit ‘wraak’ t.o.v. een vakbekwaam
stielman die het ‘gewaagd’ had om Luc Vdwa. te confronteren met zijn gebrek
aan stielkennis, en dit in het bijzijn van andere werknemers. Deze ‘vernedering’
én de schrik om zijn mooie jobke en bijhorende sjoemelarij te verliezen kon hij
alleen maar verwerken door ‘gepaste’ wraak te nemen.
Dit potentieel ‘gevaar’ moest zo vlug mogelijk uit de weg geruimd worden!
Binnen de NMBS is dit heel gemakkelijk te doen via machtsmisbruik en
schriftvervalsing. Bijvoorbeeld door via vervalsing van rapporten een ontslag te
bewerkstelligen.
Feit is, dat deze wreker in zijn rapport mijn naam nog niet juist kon schrijven en
het dus niet over mij gaat, maar over een zeker ‘Spandel More’ (zou die wel
bestaan?).
Betreft punt 2:
Een échte stielman kent zoiets als ‘beroepseer’ en ‘vakkennis’ en heeft
een rijk verleden aan scholing, bijscholing en ervaring. Als stielman heb ik
steeds gestreefd naar de best mogelijke kwaliteit van mijn werk, en omwille
van die kwaliteit werd ik zodanig gerespecteerd dat ik in verschillende
bedrijven waar ik als lasser tewerkgesteld was, vlug in de hogere categorieën
werd geplaatst en de moeilijkste laswerken mocht uitvoeren.
Van zo iemand is het begrijpelijk dat hij zich niet zal laten verplichten om
‘slechte’ kwaliteit te gaan leveren, en zeker als die verplichting hem wordt
opgelegd door een jaloers niet-stielman!
Ik wou inderdaad mijn beroepseer niet laten varen…
Let op de emotie en haat in het ‘besluit’ van Luc Vdwa.
Waarom schrijft hij mijn naam fout bovenaan in de brief ‘Spandel More’ ?
Waarom gebruikt hij als hij over mij spreekt ‘dergelijke personen’ en ‘dergelijk
lasser’ enz., alsof ik tot een ‘dergelijk soort’ hoor waarmee hij niet overweg
kan?
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 165