Page 125 - Inleiding
P. 125

Kandidaten gedelegeerd bestuurder gezocht.


                      Intussen was ik zodanig aangedaan door de misbruiken, pesterijen,
               diefstallen, chaos enz. binnen de NMBS, dat ik een gekke poging waagde om de
               zaak eens in orde te brengen.
               Het NMBS-systeem was rot tot in de hoogste kringen, en de enige mogelijkheid
               om het miljardenverlies voor de staat en de misbruiken tegen te werken was
               door een grote kuis, te beginnen aan de top!

                      De gekke kans om de rotte NMBS te genezen bood zich aan door een

               samenloop van omstandigheden:
                   1)  De gedelegeerd bestuurder van de NMBS was door de regering
                      ontslagen wegens wanbeleid.
                   2)  Door de regering werd een vacature vrijgegeven voor gedelegeerd
                      bestuurder en iedereen mocht zich kandidaat stellen bij de minister.
                   3)  Er was de woede die in mij brandde tegen al die machtsmisbruiken, de
                      ‘onschendbare’ pesters, de schijn-vakbonden bij de NMBS…

                   4)  Ik zag geen andere mogelijkheid om de kromme situatie recht te trekken
                      zonder telkens in de hiërarchie tegen een muur te moeten oplopen…

                      Dus ik diende bij de bevoegde minister mijn kandidatuur in voor de job
               van ‘Gedelegeerd bestuurder van de NMBS’. Wat kon ik anders als rechtgeaard
               persoon doen om de NMBS van die corruptie- ziekte te genezen?
               Wat kan je anders doen tegen deze misbruiken waarvoor de belastingbetaler
               jaarlijks x-aantal miljarden moet ophoesten?


                      Nadat Guy Bl. en co. dit nieuws vernomen hadden bekeken ze me
               begrijpelijk nog meer argwanend en vijandig aan, want ik bracht hun systeem
               van profitariaat en bedrog in gevaar.
               Gilbert Ju. kwam die zelfde dag nog met een heiligengezicht vragen of hij die
               ‘sollicitatiepapieren’ die ik naar de betreffende minister  gestuurd heb, a.u.b.
               mocht lezen. Begrijpelijk dat ik hierop tegen deze heimelijke pester duidelijk

               “neen” geantwoord heb!

                      Dat het geen verzinsel is, dat ik tot deze gekke kandidatuur in staat was,
               ziet u in het antwoord van de toen bevoegde minister.





               ________________________________________________________________
                                                                  De pesters van het spoor           125
   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130