Page 21 - Sjarel de kakker.
P. 21

Sjarel de kakker.

                      De Sjarel die van geen opgave wilde weten, ging op geheime ‘inspectie’
               bij nacht aan de Zuidkant en moest dus vaststellen dat ook deze kakplekjes niet
               meer normaal te gebruiken waren zónder een prikje van een houten pin in zijn
               billetjes.
               Hij moest dus een andere manier vinden om ons te pesten, en dat liet niet lang
               op zich wachten.

                      Hij ontdekte dat mijn echtgenote naast de fruitboompjes die nu
               ontoegankelijk waren gemaakt, een mooi stukje grond had aangelegd, waarop ze
               ajuinen had geplant.
               Ze had voor alle zekerheid haar domeintje ook rondom afgeschermd tegen de
               kakker omdat we de Sjarel al stilletjesaan begonnen kennen.

               Dus het mooi aangelegde ajuinperkje werd afgedekt met een stuk
               geplastificeerde scheidingsdraad met gaten van 10 cm op 5 cm, zodat de kleine
               vogels er wél tussen konden om insecten te vangen, maar de Sjarel zijn dikke
               poep zou er niet tussen kunnen.
               De hindernis met houten stokjes zou de Sjarel beletten om te gaan kakken aan de
               randen van dat ajuinbedje. Hij had immers laten zien dat hij ook durfde kakken
               aan de rand (achterzijde) van zijn ex- schijthuis tussen die twee boompjes.
               Haha… de Sjarel kon mijn vrouw dus geen loer draaien… (dachten we voor de
               zoveelste keer)…

                      Sjarel kwam echter de volgende nacht aangewandeld volledig in
               gevechtskledij, mét zijn gasmasker op tegen de reuk van de ajuinen en zijn
               hoofdtelefoon tegen het irriterende geluid van dat antikatten- bakske dat nu veel
               dichter benaderd werd.
               Hij ontdekte de stokjeswal en mat met zijn pootjes de hoogte en breedte van de
               wal. Zoveel centimeter hoog… zoveel centimeter uit elkaar…
               Na de stokjes mooi te hebben ontweken, sloop hij langs de zijkant het ajuinbedje
               in. En ja… hij vond een ‘geschikt’ plekje om een heuveltje stront aan te maken.
               Wéér verscheen die grijns op zijn kattensmoel.








                      “Ik laat me niet tegenhouden door hindernissen, en de natuurlijke
               kattendrang waardoor wij katten niet gaan kakken op plaatsen waar planten,
               bloemen enz. groeien? Daar trek ik mij óók niets van aan! Ik graaf tóch een
               putteke en leg tóch mijn eitje… om de vijand op stang te jagen…”


                                                                                                        21
   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26