Page 3 - Sjarel de kakker.
P. 3
Sjarel de kakker.
Hoofdstuk 1
De kattenmaffia.
Het begint bij de ontdekking van een vuile stinkende vettige beigekleurige
worst in mijn mooi klein tuintje…
Ik ben nu op pensioen en heb zo geen goesting meer om groenten in mijn
tuintje te gaan kweken.
Enerzijds is er veel werk aan om een beetje menselijke groenten te kweken
zonder biologische bestrijdingsmiddelen en zonder enige kennis van tuinbouw.
Anderzijds ben ik tot de vaststelling moeten komen dat het zo kleinschalig
kweken van groenten ook een pak méér kost dan dat je gewoon ‘verse’ groenten
gaat kopen in de winkel. Het plantgoed alléén al kost even veel, en als het
oogstperiode is, dan krijg je zoveel oogst, dat je bij wijze van spreken een paar
weken aan een stuk dagelijks bonen moet eten om ze op te krijgen, waarna het
plots gedaan is met de bonen.
Het gekke is dan, dat als je bonen op zijn, dat je dan goesting begint te
krijgen op bonen snap je?
Je lijf is er aan gewoon geworden zoals aan drugs, en dan moet je bonen gaan
kopen om je lijf gelukkig te houden.
De goedkopere groenten uit de winkel zijn dan ook nog stukken groter, schoner
en vrij van allerlei kapot-vretende beestjes.
Er is dan nog een feit waar we rekening mee moeten houden. De pestende
katten die het plezant vinden om tussen die weinige patatjes, boontjes en
ajuintjes, de aarde te komen omwoelen om hun stinkende zeik en stronten er
tussenin te gaan deponeren.
Als je dan even met je handen tussen je kweekgroentjes zit te wroeten om het
onkruid weg te werken moet je er niet van verschieten dat er zand aan je handen
en gereedschap blijft ‘plakken’. Allee, geen ‘gewoon’ zand hé, maar van dat
speciaal zand dat ongelooflijk kan stinken en wel de zelfde kleur kan hebben
van gewoon zand, maar er uit ziet als dikke langwerpige klonters die vettiger en
plakkeriger zijn snap je.
’t Is niet voor ’t een of ’t ander, maar er verschenen in mijn tuintje plots ook
kleine molshoopjes die telkens een stinkende witte saucisse afdekten. Het kon
niet anders dan dat de maker van deze molshoopjes zijn eigen uitwerpselen
zodanig vies- en stinkend vond, dat hij er zelf van moest braken als ze niet
afgedekt waren.
3