Page 271 - Inleiding
P. 271
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Omdat de NMBS bleef weigeren antwoord te geven op de aanhoudende vragen van de RVA,
moest de RVA uiteindelijk (wettelijk) na 3 maanden terug werkloosheidsvergoeding beginnen
uitbetalen, én met terugwerkende kracht.
Ik kreeg al mijn rechten terug en de NMBS kon haar plichten niet meer ontlopen en moest dus
verder betalen voor de opbouw van mijn pensioenrechten.
Achteraf heeft de NMBS- voor de arbeidsrechtbank wél toegegeven dat de op het organigram
getoonde ‘preventieadviseur’ deze functie in feite niet mocht uitvoeren omdat hij hiervoor niet
officieel was aangesteld.
Het was een ‘bediende’ die deze rol op zich moest nemen om het personeel de ‘indruk’ te
geven dat ze bij ‘problemen’ konden rekenen op een aangestelde ‘VERTROUWENSPERSOON’
(preventieadviseur en ombudsman).
In realiteit wisten we als personeel niet dat het gewoon een schijnheilige ‘biechtvader voor de
duivel’ was gebleken. Een ‘spion’ die ‘persoonlijke vragen, problemen, en meningen’
onmiddellijk moest gaan klikken bij de grote baas om ‘goede punten’ te verzamelen voor de
hem beloofde ‘carrière- mogelijkheden’.
Zo wist de psychopaat altijd wat er gaande was en kon hij via intimidatie en bedreiging een
ontevreden personeelslid op andere gedachten brengen.
Leve de NMBS ‘zwijgplicht’ en leve de de liegende (betaalde) ‘woordvoerders’ om deze
criminele organisatie te beschermen.
Hier volgt een klein stukje bewijs van samenwerking tussen twee overheidsbedrijven (in dit
geval NMBS & Arbeidsrechtbank) om dit soort criminaliteiten ‘wettelijk’ te beschermen.
Ik had dus bij de ‘officiëel’ aangeduide vertrouwenspersonen voor de behandeling van
pesterijklachten een goed geargumenteerde klacht ingediend en pas als mijn ontslag ‘geregeld’
(voorbereid door de grote baas) was, moest ik tot de vaststelling komen dat geen enkele van
de aangestelde VERTROUWENSPERSONEN ‘iets’ had ondernomen uit schrik voor ‘sancties’.
De NMBS liet zich ‘verdedigen’ voor de arbeidsrechtbank door een resem dure advocaten (in
vol ornaat (toga enz.) van het advocatenbureau van een bekende politieker.
Ik moest het stellen met een onmondige jurist (in burgerkledij) van de vakbond.
270