Page 3 - Bladerboek
P. 3
Het Geheim van de Welriekende Dreef
Marcos, een man met een verleden vol mysterieuze vondsten en vergeten ruïnes,
bladerde gedachteloos door zijn aantekeningen toen een vreemd geluid hem
opschrikte: het zachte ploffen van iets wat op de mat viel.
Een envelop, oud en vergeeld, zonder postzegel of afzender. Enkel zijn naam
stond erop, in sierlijke, haast gotische letters: "Marcos Spandelius".
Hij opende het met de precisie van een archeoloog en vond binnenin een enkel
perkamenten vel.
De boodschap was kort, in met inkt geschreven letters:
"Volg het spoor van de geur. De Welriekende Dreef bewaart een geheim dat het
daglicht niet mag zien. Pas op voor de zwammen."
Hij las het driemaal, zijn wenkbrauwen steeds dieper fronsend. De Welriekende
Dreef... het was een vergeten pad, slechts bekend bij oude dorpsbewoners.
Volgens de overlevering was het ooit een koninklijk project, een dreef aangeplant
met geurige planten en bloemen om de omgeving op te fleuren. Maar in de jaren
’70 werd de plek plots afgesloten na een reeks mysterieuze ziektemeldingen.
Sindsdien raakte de dreef in de vergetelheid, overwoekerd door onkruid en
legenden.
Marcos stond op, nam zijn veldrugzak en begon met de voorbereiding van zijn
tocht. Hij stopte zijn notitieboekje in een waterdichte hoes, nam een geigerteller,
een loep, een staalnamekit en een oud kompas dat hij al sinds zijn eerste
expedities meedroeg.
Tot slot zette hij zijn vertrouwde hoed op—de hoed met het Belgische vlagje dat
hij ooit kreeg van een geredde mijnwerker in Charleroi.
Voor hij vertrok, keek hij nog eenmaal in de spiegel. Zijn ogen stonden
vastberaden. "Tijd om de waarheid te ruiken," mompelde hij met een halve
glimlach.
Een uur later stond hij aan het begin van de Welriekende Dreef. De lucht was
anders. Een zoete geur dreef tussen de bomen, op een manier die tegelijk
uitnodigend en onheilspellend was. Het was alsof het bos zelf ademde. Met vaste
pas stapte Marcos de schaduwen in.
3