Page 6 - Bladerboek
P. 6
De duif van Nazareth.
Op een winderige avond in april – een avond die de hemel roze en goud kleurde
boven de velden van Oost-Vlaanderen – zat Marcos Spandelius in zijn kleine
werkkamer. De muren waren bekleed met kaarten van het Midden-Oosten, met
vergrootglazen geprikt op plaatsen als Betlehem, Nazareth en Jeruzalem.
Zijn oude bureau, een erfstuk van zijn grootvader, lag bezaaid met boeken en
kopieën van oude manuscripten.
Bovenaan lag een tweeluik. Links: een klassieke afbeelding van Jezus – lange
lokken, baard, milde ogen. Rechts: een duif in een lichtstraal, zwevend boven
Maria. Marcos liet zijn vingers over de afbeelding glijden. Hij glimlachte, maar er
zat iets spottends in die glimlach.
"Geen snavel, geen vleugels, geen dons,” mompelde hij. “Geen enkel dierlijk
kenmerk.”
Hij opende een schrift waarin hij al jaren aantekeningen maakte. Bovenaan stond
een titel: DE WETENSCHAP VAN HET ONBEVLEKTEN.
Hij schreef erbij:
"Jezus had bovennatuurlijke gaven – wonderbaarlijke genezingen, water in wijn,
wandelen op water. Maar geen enkele vogelsoort op aarde bezit die krachten.
Conclusie: de Heilige Geest was geen gewone duif. Hypothese: was het een vorm
van buitenaards of genetisch gemanipuleerd leven?"
Zijn vingers tikten rusteloos op het blad. Iets knaagde aan hem. De kerk noemt
het geloof. Maar wat als er een biologisch spoor is? Wat als er overblijfselen
bestaan van die duif – die wonderduif – die Maria zou bezwangerd hebben?
Hij heropende een digitaal bestand dat hij bewaarde op een versleutelde USB-
stick. Tientallen flarden uit apocriefe teksten, oosterse bronnen, Koptische
geschriften. Eén fragment, uit een vergeten Syrisch handschrift, deed zijn adem
even stokken:
“… en zij zag de Geest neerdalen in de vorm van een gevleugeld wezen,
doorschijnend van lichaam, maar dragend het zaad van schepping.”
Een kippenvelmoment.
Hij leunde achterover en wreef over zijn kin. "Als dit klopt… dan is het hele
verhaal van de onbevlekte ontvangenis niet alleen theologie… maar
paleobiologie."
6