Page 10 - Inleiding
P. 10
Mijn persoonlijkheid.
Waar een machtsmisbruiker meest schrik voor heeft, is, dat zijn
machtsmisbruik bekend word. Dan word hij als het ware in zijn ondergoed te
kijk gezet voor de hele wereld. Dan wordt hij strafbaar en in het oog
gehouden door instanties en media. Dan staat hij onder zodanige openbare
druk, dat hij noodgedwongen moet stoppen met machtsmisbruik, of alleszins
dit machtsmisbruik zodanig moet gaan limiteren dat het voor zijn slachtoffers
draaglijker word.
Dan zal de machtsmisbruiker kronkelen als een duivel in een wijwatervat.
________________________________________________________________
Conclusie:
Ik ben een goede mens voor goede mensen en een slechte mens voor
profiteurs en machtsmisbruikers.
Bovenstaande eigenschappen zijn in mij ingebakken en ik kan ze er niet
uit krijgen ondanks het een paar keer te hebben geprobeerd.
Op de momenten dat ik mijn mentaliteit op de werkvloer probeerde te wijzigen
in een slaafse, onderdanige, bange, en steeds ja- knikkende mentaliteit, kreeg
ik telkens zo’n wroeging, dat ik dit maar enkele uren of dagen kon volhouden.
Als ik anders doe dan ik werkelijk ben… word ik ziek!
Waaraan ik die eigenschappen te danken heb, weet ik niet, maar de
zelfkennis die ik heb opgedaan doet me denken aan een combinatie van genen,
de omgevingen waar ik in mijn jeugd mee te maken had, mijn christelijke
opvoeding, een mogelijke vorm van autisme, ervaring, en veel geluk dankzij
een pracht van een echtgenote.
Ik heb als het ware een zesde zintuig ontwikkeld dat machtsmisbruik snel
kan aanvoelen…
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 10