Page 2 - De Koo en de donkere gangen.
P. 2
De Koo en de donkere gangen.
Voorwoord:
Een groot mysterie is, dat veel mensen met een bijna-dood ervaring
spreken over het zelfde fenomeen… Ze kwamen in een donkere gang terecht
met aan het einde van die gang een helder licht.
Mensen die deze ervaring niet gehad hebben zullen deze verhalen meestal
weglachen. Er zijn ook veel materialistisch ingestelde mensen die niet geloven
dat een leven na de dood mogelijk is.
Langs de andere kant zijn er de schriftelijke bewijzen, tekeningen en culturen
die duizenden jaren oud zijn en die verwijzen naar Goden, buitenaardse wezens
enz.
Een beetje filosoferen aangaande dit gegeven, zette me er toe aan, een
plezant verhaaltje te schrijven over de vraag of deze donkere gang bij het
sterven in realiteit wel kan bestaan, en of er mogelijks tóch leven is na de dood.
Feit is, dat als je dit verhaal leest, je als ongelovige op zijn minst moet gaan
twijfelen.
In het verhaal zal je ontdekken dat onze levensweg mogelijks bestaat uit
een misschien oneindige opeenvolging van dit soort donkere gangen die als
poort dienen om van het ene leven over te gaan in het andere leven.
Tijdens deze doorgangen worden om bepaalde redenen, alle herinneringen over
het vorige leven gewist uit het geheugen.
Dit zou kunnen betekenen dat er leven is na de dood en dat we nog x-
vorige levens hadden waarvan we geen weet- of besef meer hebben. Ook
reïncarnatie zou dan werkelijk kunnen bestaan …
Dit zou mogelijks ook de fantasieën over een hemel en een hel kunnen
verklaren.
Het verhaal van de Koo begint op het moment dat hij een microscopisch
kleine spermatozoïde is geworden… een klein zaadcelletje, overduidelijk van
het mannelijk geslacht (zie de twee balletjes en het staartje), dat op de grote
wereldbol zijn weg door het leven moet zoeken.
Hij is zojuist door een geheimzinnige donkere gang geschoten en zijn
hoofdje kwam met een “plop” boven het zand uitsteken in een soort kweekbak
van een zaadfabriek.
Als hij rondom kijkt ziet hij hier en daar een collegaatje boven het zand uit
floepen. “Plop”…. weer eentje en “plop” wat verder nog eentje… het ene
“plopje” naar het andere.
2